In mijn vorige blogpost schreef ik dat Nederland een diensteneconomie heeft. Hieronder volgt een onderbouwing vanuit de opbouw van het Bruto Binnenlands Product, gebaseerd op wat er in Nederland in 2023 werd geproduceerd aan waarde van goederen en diensten.
De grootste economische sector in Nederland is Overheid en Zorg, dat in 2023 €197 miljard bijdraagt aan het Bruto Binnenlands Product. Het BBP was in 2023 € 962 miljard.
Handel, vervoer en horeca dragen € 188 miljard bij, Zakelijke dienstverlening € 160 miljard, verhuur en handel in onroerend goed € 77 miljard en Financiële dienstverlening € 51 miljard.
Bij elkaar opgeteld 80 procent van de waarde van het BBP. Onze geroemde kennisoverdracht levert € 84 miljard op, 9 procent van het BBP.
De Nederlandse industrie draagt € 100 miljard bij in 2023 en landbouw, veeteelt, bosbouw en visserij € 14 miljard. De primaire sector, zorgt voor 12 procent van het BBP.
Bouwnijverheid draagt 45 miljard bij en cultuur + recreatie 22 miljard,
Dit verduidelijkt dat de Nederlandse economie, gebaseerd is op overheid, zorg, handel, vervoer, horeca en zakelijke +financiële dienstverlening, waarvan een klein deel hoogwaardig.
