een vernieuwende visie op mens, geld en waarde

Wat heeft veertien jaar neoliberalisme ons gebracht?

De kabinetten Rutte I, II, III en IV, hebben vanaf 2010 tot 2024 een neoliberaal stempel op Nederland gedrukt. De gevolgen hiervan zijn merkbaar aan een maatschappij, die in hoge mate is geïndividualiseerd en waarin het woord ‘samen’ een loze kreet is geworden.

Dit is geen beschuldiging aan het adres van wie dan ook. Wij Nederlanders, zijn er verantwoordelijk voor. We hebben het laten gebeuren dat er winnaars en verliezers zijn. We hebben het ook goed gevonden dat de verliezers de mond werd gesnoerd en dat er via de media een beeld is gecreëerd van een land waarin iedereen het goed heeft en dat hoog scoort op de ladder van gelukkigste mensen op aarde.

Zeker, er is een grote groep Nederlanders, die het – materieel – voor elkaar heeft. Een minstens even grote groep heeft dat niet. De cultuur dat als het je goed gaat, dit aan jouzelf te danken is en als je het niet goed gaat het aan jouzelf ligt. Daarom zijn mensen beschaamd om te spreken over hoe het echt met ze gaat als ze in de verliezersgroep zitten.

Ik heb openlijk geschreven over mijn leefsituatie. ‘Exhibionistisch’, kreeg ik van sommigen te horen. ‘Zoiets schrijf je niet, want je wordt erop afgerekend’, waarschuwen anderen. Nee, als je het financieel niet voor de wind gaat, dan moet je daar in stilte onder lijden. Dat wordt gewaardeerd, tanden op elkaar en gewoon doorgaan. Er zit ook nog steeds de typisch Calvinistische cultuur in van ‘de vingerwijzing Gods’. Het is een beproeving, die je moet dragen als een boetedoening.

Het besef dat het financiële welzijn van de een het tekort van de ander tot gevolg heeft lijkt geheel afwezig te zijn. Hoe meer materie de ene mens naar zich toetrekt, hoe minder de andere mens heeft. Of, zoals Mahatmah Gandhi heeft gezegd: ‘Er is genoeg voor ieders behoefte, niet voor ieders hebzucht’. Dit is niet belerend bedoeld, het is de constatering van een feit. Een maatschappij waarin te grote verschillen ontstaan als gevolg van hebzucht, wordt uit elkaar getrokken en raakt verscheurd.

selective focus photo of stacked coins
Photo by Pixabay on Pexels.com

Ook de laatste erfenis van een meer solidaire samenleving wordt nu opgeofferd aan deze hebzucht. Ik bedoel hier de aanvullende pensioenen. Pensioenexpert Rob de Brouwer schrijft hierover in Wynia’s week een kernachtig artikel. Het komt erop neer dat € 1500 miljard in 10 miljoen stukken wordt gehakt en op naam komt van de pensioengerechtigde. Volgens een door de pensioenfondsen en De Nederlandsche Bank te bepalen verdeelsleutel. De beleggingen blijven echter wel in de grote pot. Namens de 10 miljoen pensioengerechtigden gaan de beheerders beslissen wat ermee wordt gedaan, dus hoe het wordt belegd. Daarop hebben de 10 miljoen geen invloed. Of je het wel of niet eens bent met investeringen om de klimaatverandering op te vangen, de energietransitie te financieren, te beleggen in de wapenindustrie vanuit de oorlogsdoctrine, het gebeurt gewoon.

Er wordt weinig belegd in Nederland van die € 1500 miljard. Het excuus hiervoor is dat de Nederlandse economie ten opzichte van de rest van de wereld een kleine, weinig betekenende schaal heeft. Dit is een slechte smoes. De waarheid is dat Amerikaanse vermogensbeheerders een grote stem hebben in de beleggingen van het pensioenvermogen. Er zijn in Nederland heel welkome investeringen nodig, zoals in vakopleidingen, woningbouw, mensvriendelijke technologie et cetera. Zelfs al zouden van de 10 miljoen pensioengerechtigden een deel zijn die zelf een fonds zouden willen vormen om in Nederland investeringsprojecten uit te voeren, dan zouden zij geen kans krijgen, omdat de € 1500 miljard vast zit in andere beleggingen.

Gepensioneerden worden afhankelijk van de beleggingen die door niet Nederlandse beheerders worden gedaan. Vermogensbeheerders die niets met Nederland en de toekomst van dit land hebben. Bovendien is er ruimte voor de dwazen, die investeringen mogen doen in hun niet onderbouwde doelen en ertoe gaan bijdragen dat een belangrijk deel in de put verdwijnt.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert statistieken over de verdeling van de vermogens over tien groepen van Nederlandse huishoudens. Groep 1 de laagste vermogens en groep 10 de hoogste. De statistiek over 2023 is de meest recente. Hieronder staat deze weergegeven:

Uit deze verdeling – per groep zijn er 810.000 huishoudens- komt naar voren dat de meest vermogende groep 10 onevenredig veel vermogen heeft. Vermogen dat bestaat uit banktegoeden, effecten, onroerend goed anders dan de eigen woning en vooral ook aanmerkelijk belang. Dit laatste is de waarde van het aandeel dat men heeft in grote vennootschappen. Ondernemingsvermogen is het vermogen dat in een bedrijf zit dat geen vennootschap is. Vooral als de overwaarde van de eigen woning eruit wordt gehaald, wordt duidelijk hoe scheef de verdeling is. Helemaal als daarbij in aanmerking wordt genomen dat de statistieken zijn gebaseerd op gegevens van de belastingdienst en we weten dat vooral de meer vermogenden wegen kunnen bewandelen om een belangrijk deel te onttrekken aan het zicht van de belastingen.

Hieraan voeg ik de verdeling van de besteedbare inkomens toe. Besteedbaar inkomen is het deel dat overblijft nadat de belastingen en premies ervan af zijn. Ook deze statistiek is verdeeld in 10 gelijke groepen van 810.000 huishoudens. Groep 1 de laagste besteedbare inkomens en groep 10 de hoogste. Deze groepen zijn overigens niet geheel dezelfde als die van de vermogensverdeling.

De wat je zou kunnen noemen normale bestedingen van een huishouden heb ik onderbouwd geschat op € 42.000, dat is dus wat je voor het gemiddelde gezin nodig hebt om je leven zonder toeters en bellen te kunnen leven. De tabel geeft aan dat de helft van de Nederlandse huishoudens niet aan dat bestedingsniveau toekomt en dus concessies moet doen aan wat wel en wat niet. Dit gat wordt door alle verhogingen die niet of onvoldoende worden gecompenseerd door hoger inkomen groter.

Met deze cijfermatige exercitie hoop ik duidelijk te hebben gemaakt hoezeer het pensioenvermogen nodig is om diepte investeringen te doen in de Nederlandse economie. Onder diepte investeringen wordt verstaan, investeringen die de Nederlandse economie structureel versterken. Ten gunste van ALLE Nederlandse huishoudens. Dan worden de premies die de werkenden door hun geleverde inspanningen opbrengen, belegd op een manier waar vooral de toekomstige generaties wat aan hebben. Het is nodig om niet met z’n allen in het moeras weg te zinken.

(c) Ad Broere, econoom