een vernieuwende visie op mens, geld en waarde

Hoeveel houden we over?

Veel Nederlandse huishoudens (een-persoons-, twee-persoons- en meer personen) merken dat het voortdurend rekenen is om niet ‘in de min’ te komen. De politiek heeft het over armoedebestrijding en dat geldt dan voor ongeveer 1,3 miljoen Nederlanders. Het is echter maar net de vraag wat je onder armoede verstaat. Is het niet in staat om in de eerste levensbehoeftes te kunnen voorzien? Dat is de meest ernstige vorm van armoede. Er is echter ook sprake van armoede als wel de primaire levensbehoeftes kunnen worden betaald, maar niet meer dan dat en dat er steeds naar goedkope oplossingen moet worden gezocht – zoals bijvoorbeeld met voeding en kleding- om wat over te houden voor andere uitgaven. Dit laatste zou je gebrek kunnen noemen. Ook dat is lastig.

Het is de vraag hoe groot dit gebrek is. Dan gaat het om informatie over inkomen en bestedingen. De meeste informatie komt van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit bureau loopt echter steeds achter de feiten aan, door een vertraging in de rapportage van minstens twee jaar. En in deze tijd kan er in twee jaar veel veranderen. Bovendien is de informatie vaak ondoorzichtig en roept het vragen op, zoals klopt het wel dat er altijd een vast percentage van het inkomen wordt uitgegeven aan bijvoorbeeld voeding? Dus dat de gezinnen met het laagste inkomen bijvoorbeeld niet meer dan drie euro per dag aan voeding zouden uitgeven. Het lijkt er dan op dat het gaat om ‘het plaatje kloppend te maken’ en niet om weer te geven wat het echt is.

Ik heb bij meerdere bronnen gezocht naar informatie over huisvestingskosten, energie en water kosten en zorgkosten. Ik ben uitgegaan van een huishouden met het gemiddelde inkomen en wat er gemiddeld wordt uitgegeven aan die kosten.

Gemiddeld wordt er in 2024 in Nederland per jaar € 14.208 aan huur betaald. (bron NVM)

Gemiddeld wordt er in 2024 in Nederland  per jaar € 2.988 aan gas, elektriciteit en water betaald (bron NIBUD)

Gemiddeld wordt er aan ziektekosten per huishouden € 4.278 aan zorgkosten betaald en dit bedrag is exclusief de premies voor ZVW en AWBZ die op het inkomen worden ingehouden door de belastingen, met die premies erbij kom je op € 14.516 aan zorgkosten per huishouden…

Opgeteld betaalt het gemiddelde Nederlandse huishouden € 21.474 aan deze belangrijkste vaste lasten.

Dan zijn we er echter nog lang niet, want kleding, schoenen, voeding, vervoer, recreatie, cultuur, telefoon en computer, onderwijs, sport, uit eten gaan en niet te vergeten grote(re) aanschaffingen zoals woninginrichting, huishoudelijke apparaten, auto, zijn nog niet genoemd, evenals de uitgaven aan zorg waarvoor de zorginstelling de betaling niet voor zijn rekening neemt.

In 2022 was het gemiddelde besteedbare inkomen van huishoudens € 38.000. Besteedbaar betekent wat er over blijft als de belasting en premies van het inkomen zijn ingehouden. De helft van de Nederlandse huishoudens heeft een besteedbaar inkomen van € 38.000 of – veel – minder. De andere helft heeft een beetje tot veel meer dan dat. De 160.000 – 2 procent – Nederlandse huishoudens die het best af zijn hebben een besteedbaar inkomen van meer dan € 140.000. De onderstaande grafiek illustreert dit:

Terug naar het gemiddelde huishouden, dat € 38.000 per jaar besteedbaar inkomen heeft, waarvan € 21.474 aan vaste lasten opgaan. Dit huishouden heeft € 16.256 voor alle andere uitgaven.

Ik maak nu schattingen voor die andere uitgaven:

Voeding en dranken € 20 per dag, € 7.300 per jaar.

Kleding en schoenen € 1.500 per jaar

Telefoon, smartphone en pc   € 500  per jaar

Vervoer (trein, bus, auto)   € 4.000 per jaar

Recreatie en cultuur (inclusief vakantie) € 3.000 per jaar

Opleidingen, onderwijs, sport € 3.000 per jaar

Grote aanschaffingen …

Voor het laatste zou gespaard moeten worden. De overige uitgaven komen uit op € 19.300. Een bedrag dat ruim € 3.000 hoger is dan wat er beschikbaar is. Het is duidelijk dat er bespaard moet worden op de door mij geschatte uitgaven, om niet in de problemen te komen. De overheid biedt met toeslagen en subsidies aan de laagste inkomens enige steun, maar dat belet niet dat de onderste helft steeds dieper in de problemen raakt. Bovendien wordt het door alle uitgaven die de overheid in internationaal verband doet, steeds moeilijker om de binnenlandse economie overeind te houden.

Dit is een schets van de realiteit voor een groot aantal Nederlandse gezinnen. De grafiek geeft aan dat ongeveer dertig procent van de Nederlandse huishoudens (2,5 miljoen huishoudens) € 60.000 en meer besteedbaar inkomen heeft. Deze groep heeft niet of in mindere mate een keuzeprobleem, hoewel hierin de meeste huishoudens zitten met een dure koopwoning en een leefpatroon waarvoor meer inkomen nodig is.

Dit is het gevolg van een economie, waarin geld het uitgangspunt is en van een geldsysteem waarin geld met geld verdienen leidt tot een grote concentratie van geld bij relatief weinigen. Deze weinigen bezitten grote macht en kunnen daardoor hun wil opleggen. Hebzucht heeft tot gevolg dat er geen grens is aan het meer willen hebben. Dit meer en meer komt tot uiting in bijvoorbeeld de woningprijzen, de huren, de zorg, energie et cetera. Alles wordt onder invloed van de onbegrensd hebzuchtigen steeds duurder en er zijn steeds meer huishoudens die in de problemen komen. In feite is het enorm kortzichtig wat ze doen, want als er iets begrepen werd van wat er wordt bedoeld met ‘leven en laten leven’ dan zou men niet in alles het onderste uit de kan willen hebben.

Ik ben voor onafhankelijkheid van de euro en stoppen met geld als een product te zien waarmee geld kan worden verdiend. Dat zal niet direct op grote schaal gaan lukken, maar wel in kringen van mensen/ondernemers, die inzien dat geld – zoals we er nu mee omgaan – meer kapot maakt dan ons lief is.

© Ad Broere