een vernieuwende visie op mens, geld en waarde

In de greep van het geld

Een jaar geleden stond een interview met mij in HP/De Tijd. De journalist – Willem Pekelder – had mijn boek Geld in de Bijrol gelezen en was daardoor geïnteresseerd in mijn visie. Het was kennelijk zo ongewoon, dat ik nauwelijks reactie op het artikel heb gekregen.

Hieronder het artikel uit HP De Tijd juni 2024:

De boodschap van econoom Ad Broere is door de jaren heen onveranderd gebleven: ons geldstelsel komt slechts een kleine groep ten goede, de meeste mensen hebben er alleen maar last van. De cijfers lijken dat beeld te bevestigen. De vijf rijkste mannen ter wereld zagen in vier jaar tijd hun vermogen meer dan verdubbelen tot bijna 794 miljard euro, zo maakte Oxfam Novib in januari bekend. In dezelfde tijdspanne werden 4,8 miljard wereldbewoners armer en armer.

De enige manier om, in zijn ogen, een rechtvaardiger samenleving te krijgen is de mens centraal te stellen. Niet voor niets is Broeres laatste boek getiteld: Geld in de bijrol. Op weg naar een menswaardige samenleving. Broere (75), zelf oud-bankier,vindt dat ons bancaire stelsel ingrijpend op de schop moet. Sinds 2009 schrijft hij er boeken over. Vanuit het Utrechtse café De Rechtbank blikken we met de Groningse Drentenaar terug op vijftien jaar strijd tegen de Mammon.

Volgens u is het een groot probleem dat banken geld creëren uit het niets, namelijk door schuld te laten ontstaan. Waarom is dat onwenselijk?

“Op het moment dat u uw hypotheekcontract tekent, gebeurt er iets in de computer van de bank. Aan de linkerkant van de balans komt een vordering op u te staan, aan de rechterkant een deposito waarmee u de aankoop van uw huis kunt betalen. Met andere woorden: geld ontstaat daar waar het eerder niet was. De bedragen die ze uitlenen hebben ze namelijk niet in kas. Tot welke desastreuze gevolgen deze wijze van geldschepping kan leiden, hebben we gezien tijdens de bankencrisis van 2008.”

Een ander gevolg van het huidige bancaire systeem is dat het, in uw ogen, grote vermogensongelijkheid veroorzaakt.

”Zeker. Aan de ene kant een grote groep mensen die diep in de schulden zit en hard moet werken om die af te betalen, aan de andere kant een kleine elite van schuldeisers die geld met geld verdient, door de euro en de dollar voor zich te laten werken. De kloof tussen arm en rijk wordt daardoor steeds groter.”

De banken hebben na 2008 op last van de Europese Centrale Bank verplicht hogere buffers moeten creëren. Toch acht u de kans groot op een nieuwe financiële crisis. Waarom?

“Omdat de brand van 2008 met olie is bestreden: geldcreatie door de Europese Centrale Bank. Daardoor groeide de geldvoorraad, maar ook de schuld van de ECB. Op een gegeven moment breekt de ketting, en wel op het zwakste punt. In 2008 waren dat de onbetaalbare rommelhypotheken van de banken, nu zullen het, denk ik, de massale faillissementen zijn in het bedrijfsleven. Kijk eens in de gemiddelde winkelstraat hoeveel zaken daar leeg staan. En dat ligt niet alleen aan de verplaatsing van de handel naar internet. Het komt vooral  doordat, ondanks stijgende lonen, onze koopkracht achterblijft als gevolg van steeds hogere lasten voor de burger. Lege binnensteden, je ziet ze overal in West-Europa en Amerika. De volgende crisis zal groter zijn dan die van 2008, toen het voornamelijk om banken draaide. Nu zal de crisis als een tsunami de hele economie aantasten: bedrijven, banken, investeerders en niet te vergeten de burgers. Zij zullen in grote aantallen werkloos worden, waardoor hun koopkracht verder vermindert.”

En komt daaruit dan de menswaardige samenleving tevoorschijn die u schetst in uw laatste boek Geld in de bijrol?

“Dat hebben we zelf in de hand. We zullen de mens en de samenleving centraal moeten stellen in plaats van het geld, zoals nu het geval is. In de nieuwe, kleinschalige economie, die mij voor ogen staat, moet alles draaien om waarde-creatie. Dat wil zeggen: wat kan ik voor jóu betekenen? Te denken valt aan communities, die met elkaar gaan samenwerken. In zo’n community zitten mensen met allerlei beroepen: een bakker, een groenteboer, een arts, enzovoort. Ze leveren goederen en diensten aan elkaar. Verder pleit ik voor kleinschaligheid. Dit houdt niet in dat er geen grote projecten kunnen worden uitgevoerd, omdat zelfstandige bedrijfsunits van maximaal twintig mensen met elkaar samen werken. Er zijn dus geen werkgevers en werknemers. Op den duur zou je in zo’n economie geen geld meer nodig hebben.”

Voorlopig zitten we nog in een economie waarin de allerrijksten de kans krijgen om belastingen te ontwijken, zoals recent nog bekend werd van Charlene de Carvalho-Heineken. Deze mensen willen wel van onze publieke voorzieningen en infrastructuur gebruik maken, maar er niet aan meebetalen. Wat zegt dit over ons financieel-economische systeem?

“Dat we onbewust akkoord zijn gegaan met een geldsysteem dat geschapen is  voor de enkeling en waar de rest alleen maar last van heeft.”

Waarmee we terug zijn bij de ‘overlast van banken’. Als ik Geld in de bijrol lees, denk ik: bankieren is eigenlijk wel een makkelijk beroep. Je creëert geen enkele waarde, maar hangt lui achterover om euro’s te vangen.

“Nou, het woord lui gaat beetje ver, maar zeker is wel dat de rente die een bank opstrijkt niet in verhouding staat tot haar prestaties. Banken beoordelen de hypotheek en controleren periodiek of je nog aan je verplichtingen kunt voldoen, dat is het zo’n beetje. In mijn boek geef ik het voorbeeld van een bank die aan een hypotheek van 300.000 euro met een looptijd van dertig jaar zo’n 180.000 euro verdient. Afgemeten aan de inspanningen van de bank is dat tien keer te veel. 18.000 euro zou genoeg zijn, en dan nóg hebben ze een advocatentarief.”

Is tegen die hoge verdiensten iets te doen?

“Ik heb eens een modelbrief opgesteld voor klanten die ze aan de bank konden sturen. De inhoud luidde: ‘Jullie verdienmodel klopt niet. Ik ga niet meer betalen dan de werkelijke kosten.’ Ik adviseerde de schrijvers dringend voldoende geld achter de hand te houden, omdat de kans natuurlijk levensgroot was dat ze wél de volledige rente moesten betalen. De banken hebben met de botte bijl op mijn initiatief ingehakt. Deurwaarders werden bij de klanten langs gestuurd. Er werd gedreigd met huisuitzettingen.”

In genoemd boek uit 2018 stelt u voor hypotheken weg te halen bij commerciële banken. Ze zouden louter een rol moeten krijgen als financieel tussenpersoon. Een publieke instelling zou vervolgens de rol van banken moeten overnemen, niet door leningen met rente te verstrekken maar renteloze voorschotten. Hoe realistisch is zo’n plan?

“Op dit moment is het nog niet reëel. Maar ik blijf achter mijn ideaal staan. Om het bankenkartel te doorbreken heeft het Burgerinitiatief Ons Geld, waarvan ik een van de oprichters was, de Tweede Kamer in 2015 een voorstel gedaan voor een renteloze geldcirculatie. De Kamer hoorde ons welwillend aan, waarna de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid een onderzoek instelde, dat resulterende in het onderzoeksrapport ‘Geld en Schuld, de publieke rol van banken’. Conclusie: een prachtig plan, maar we kunnen ons geen experimenten veroorloven, en gaan op de oude voet verder. Gelukkig zijn er wel politici die over ons idee nadenken, met name van de SP. De PvdA? Die is erg voorzichtig.”

U wilt de Postbank heroprichten, begrijp ik?

“Dat zou een goed idee zijn: een bank als veilige kluis voor je spaargeld, die voor dat bewaren geen kosten in rekening brengt. Klaas van Egmond, hoogleraar in de geowetenschappen, heeft er eens een balletje over op geworpen in de SER. Daar wordt dan op gereageerd in de trant van: ‘Goh, dát is interessant!’ en vervolgens gebeurt er niets. De gevestigde belangen zijn gewoon te groot.”

Een succes dat u wel mede op uw conto mag schrijven is het toneelstuk Door de bank genomen dat De Verleiders, met o.a. Pierre Bokma en Victor Löw, in 2014 op de planken brachten. Hun vlijmscherpe aanval op het bankwezen was op een van uw boeken gebaseerd.

“Het was een prima stuk, zeker. Dat neemt niet weg dat het scheppen van een menswaardiger samenleving een kwestie van lange adem blijft. Het gaat om een bewustzijnsverandering: afstand doen van het idee dat geld een middel is om macht en invloed te verkrijgen. Banken, en multinationals trouwens ook, zijn instrument van grote beleggers, zoals Blackrock en Vanguard, die alleen dáár investeren waar het rendement het grootst is. Bij hén ligt de echte macht in de wereld. Denk ook aan individuele rijken als Bill Gates. Hij heeft dankzij zijn geld grote invloed op het beleid van de WHO. Naar mijn idee is geld  geen gereedschap om macht te verwerven of aandeelhouders te plezieren, maar om de welvaart en het welzijn van zoveel mogelijk mensen te bevorderen.”

Voelt u zich niet als David tegen Goliath?

“Ach, iemand moet het doen.”

Krijgen we een revolutie?

“Daar geloof ik niet in. Geweld is niet de weg. We zullen, als burgers, zelf met alternatieven moeten komen. Ons Geld is daar een voorbeeld van. Broodfondsen ook. Je hoeft je bij arbeidsongeschiktheid namelijk niet afhankelijk te maken van een commerciële verzekeringsmaatschappij. Je kunt het gewoon onderling organiseren. Ik hoop dat steeds meer burgers gaan inzien dat de overheid het niet voor ons gaat regelen. Het ligt in onze eigen handen om een rechtvaardige economie te scheppen. Helaas kunnen veel mensen, of ze nu progressief zijn of conservatief, maar moeilijk buiten het huidige systeem om denken.”

U heeft ook zelf midden in het systeem gezeten, namelijk tussen 1979 en 1989 toen u manager zakelijke relaties was bij de Nederlandse Middenstandsbank. Heeft u toen iets gezien van de scheefgroei die u in uw boeken beschrijft?

“Wat ik daar heb gemerkt is hoe mensen in hun nadeel veranderen zodra het om materiële zaken gaat. Ik denk terug aan twee broers die samen een bloeiend transportbedrijf hadden. Dat ging allemaal prima, totdat een van de echtgenotes tegen haar man begon te klagen dat broer en schoonzus veel meer geld hadden voor vakantie  dan zij. ‘Jij bent altijd maar aan het werk.’ Dat conflict is zo uit de hand gelopen dat het bedrijf  naar de knoppen ging. Ik teken er direct bij aan dat het net zo goed mannen hadden kunnen zijn die elkaar het leven zuur maakten.”

Wist u in uw tijd bij de Middenstandsbank ook al dat geld uit het niets werd gecreëerd?

“Dat heb ik pas later in de gaten gekregen. Ik verstrekte kredieten aan grote ondernemers en was er heel fel op als ze hun financiële verplichtingen aan de bank niet nakwamen. Ik verkeerde namelijk in de veronderstelling dat dat ten koste zou gaan van de mensen die geld spaarden bij de bank. Maar ook toen al speelde spaargeld nauwelijks een rol als onderpand bij kredieten. Ja, dus ook toen al werd geld uit het niets geschapen.”

Waarom bent u weggegaan bij de NMB?

“Omdat ik banken steeds vaker nare instellingen ging vinden. Een voorbeeld. Een crediteur van de bank overlijdt plotseling aan een hersenbloeding. Het gaat op dat moment niet zo goed met zijn bedrijf. Het eerste wat de NMB doet is kijken in zijn dossier: ‘Ah, hij heeft een overlijdensrisicoverzekering van drie ton. Mooi. Ons belang afgedekt.’ Enig medegevoel voor het lijden dat aan die hersenbloeding ten grondslag lag, was er niet. Ander voorbeeld. Ik ga met het regionaal hoofd kredieten naar een klant van ons, een boer, met wie het financieel niet zo goed gaat. Terug op kantoor zeg ik ter verdediging van de man: ‘Hij was altijd een heel betrouwbare klant.’ Waarop het regiohoofd: ‘’Ja, ze zijn altijd héél betrouwbaar, totdat ze je teleurstellen.’ Gelooft u mij: een bank denkt alleen maar in haar eigen belang. Zodra een bedrijf failliet dreigt te gaan, leggen ze beslag op alle goederen van waarde.”

Niet alleen de banken persen ons uit. Ook de overheden. In een van uw laatste blogs schetst u dat de consumptiebelasting steeds hoger wordt. Zo verhoogt minister Yesilgöz de verkeerboetes fors. Niet zozeer om het aantal verkeersovertredingen terug te dringen, maar om haar Justitiebegroting rond te krijgen. Vergelijkbaar zijn de steeds hogere accijns op tabak, alcohol en autobrandstof, en de verhoging van de energiebelasting. Allemaal primair bedoeld voor het spekken van de staatskas. Hoe rechtvaardig is dit?

“Met rechtvaardigheid heeft het allemaal niets te maken. Den Haag handelt als een boekhouder die alleen maar bezig is met het zo goed mogelijk sluitend krijgen van de begroting. De overheid zou zich beter kunnen afvragen of er iets mis is met haar uitgavenpatroon. Zoals ik al eerder zei: de overheidslasten, ook van gemeenten trouwens, drukken  steeds zwaarder op de burger. Zijn koopkracht komt hierdoor in gevaar.”

En dan hebben we het nog niet over de torenhoge zorgpremies en het hoge eigen risico, waarover u schrijft. Of over huurwoningen die niet meer te betalen zijn, over de gigantische energielasten. Zelfs middeninkomens komen nu in de problemen. Wat zegt dat u?

“Het is een teken dat we in de eindfase zitten van onze economisch cyclus. Zeker de helft van de Nederlandse huishoudens heeft te weinig geld om fatsoenlijk rond te komen. We kunnen zo niet meer verder. De problemen van 2008 zijn naar de toekomst doorgeschoven. Ik ben weliswaar 75 jaar, maar ik denk dat ik de grote klap nog ga meemaken.”

Ondertussen komt Den Haag met allerlei noodmaatregelen, zoals zorg-, huur en energietoeslag. Zou je kunnen zeggen dat de privatisering van die drie sectoren volledig is mislukt?

“Zeker. Privatisering gaat gepaard met aandeelhoudersbelang, managementslagen, enzovoorts. Dat vertaalt zich in hogere kosten voor de consument. Om maar een klein voorbeeld te noemen. Toen ik u mijn boek stuurde, moest ik PostNL, eveneens geprivatiseerd, vijf euro betalen. En PostNL houdt je dan niet eens op de hoogte van de status van de verzending. Steeds meer geld betalen voor steeds minder service, daar komt marktwerking vaak op neer. Het systeem functioneert alleen goed voor aandeelhouders.”

Het uitdelen en controleren van al die toeslagen kost bergen geld. En het loopt vaak nog helemaal fout ook, zoals uit de Toeslagenaffaire blijkt.

“Den Haag probeert een systeem, dat in al zijn voegen kraakt, koste wat kost in stand te houden. In plaats daarvan zou men de mens centraal moeten stellen, en niet het geld. We moeten toe naar een kleinschalige economie, waarover we het eerder hadden. Het ABP zou best vijftig miljard kunnen investeren in de revitalisering van het midden- en kleinbedrijf. Small is beautiful, schreef de tot de Engelse nationaliteit genaturaliseerde Duitse econoom Ernst Schumacher begin jaren zeventig. Ik vertaal het zo: zorg dat iedereen mee kan doen, laat niet de technologie leidend zijn, maak niet de mens tot slaaf van de computer.”

Is dat niet een utopie?

“Als we wereldwijd zo doorgaan, betekent dat niet alleen het einde van de economie, maar ook het einde van de mensheid. We zullen dus wel móeten veranderen.”

Je leest weleens dat jongeren dankzij de politiek, VVD en D66 voorop, met een forse schuld de universiteit verlaten, vervolgens, door de flexibilisering van de arbeidsmarkt, geen vaste baan met dito salaris kunnen vinden, en ook geen huis, vanwege de veel te dure woningen. Zijn ze straks ook hun pensioen kwijt met het nieuwe pensioenstelsel?

“Dat is zeker een gevaar. We hadden een prachtig pensioenstelsel, in feite het laatste overblijfsel van de sociale samenleving. We vulden samen de pot en dat werd naar rato verdeeld, of je nu lang leefde of kort. Nu krijgt iedereen zijn eigen pensioenpotje. De solidariteit is eruit. Dan de beleggingen. Vroeger werd pensioengeld belegd in risicovrije obligaties. Alles veilig en zeker. Nu komt zestig procent van het geld terecht in vaak risicovolle aandelen en derivaten. Het is casinokapitalisme geworden. Pensioenuitkeringen worden in het nieuwe stelsel afhankelijk van schommelingen op de beurs.”

Moeten we terug naar de tijd van het ziekenfonds, het gemeentelijk energiebedrijf en de woningbouwvereniging?

“Ik denk het niet. Dat is symptoombestrijding. Regel dit soort zaken zoals het Broodfonds het doet: onderling. Mensen kunnen heel veel samen tot stand brengen: zorg, pensioen, wonen. We zijn gepamperd, we denken dat we al die grote instituten nodig hebben, maar dat is helemaal niet waar. Als we ons dáár nu eens bewust van werden. Om Gandhi te citeren: er is genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.”

De boeken van Ad Broere zijn te koop via de online winkel.