een vernieuwende visie op mens, geld en waarde

Hoe handhaven ‘de fossielen’ zich?

De soap rond Blckbx deed mij herinneren aan de geschiedenis van Econcern, het energiebedrijf dat in het eerste decennium van de 21ste eeuw even snel opkwam als dat het verdween. Ik ben niet voor of tegen Flavio Pasquino, want ik weet te weinig van hem om een oordeel over hem te hebben, als ik dat al zou willen.

Mijn indruk is wel dat het een zich herhalend patroon is, waardoor visionairs op het schild worden gehesen, vervolgens zwart worden gemaakt en daarna gecanceld. Dit patroon wordt in gang gezet als de visionair op de voorgrond treedt en een bedrijf of initiatief gaat leiden, waardoor hij of zij concreet een verandering teweeg kan brengen.

Lees in dit verband uit ‘Een Menselijke economie’ het volgende gedeelte:

TINA en TANIA

De grote gas- en oliemaatschappijen(Shell, Exxon, Texaco, BP en Total) hebben:

  • in de periode 2004-2006 hoge winsten geboekt;
  • relatief zeer weinig geinvesteerd in research en ontwikkeling van alternatieve energiebronnen;
  • hoge dividenden uitgekeerd aan de aandeelhouders;
  • voor enorme bedragen aandelen teruggekocht van aandeelhouders.

De olie- en gasprijzen stijgen in een schijnbaar niet te  stuiten tempo. Op de vraag waarom dit gebeurt wijzen de betrokken partijen met een beschuldigende vinger naar elkaar. De overheden van landen met olie- en gasreserves zouden een steeds groter deel van de koek opeisen, de producenten zouden het aanbod beperken om de prijs hoog te houden, er zouden problemen zijn bij de raffinaderijen van Shell, Exxon, BP en andere maatschappijen, waardoor er onvoldoende verwerkingscapaciteit kan worden ingezet, speculanten op de beurs zouden de prijzen omhoogstuwen. Accijnzen en BTW verhogen de prijs aan de pomp. Wat ook de oorzaak mag zijn, alle partijen hebben belang bij de hoge olie- en gasprijs.

Hoewel BP de winst in 2007 zag dalen met 22%, realiseerde dit bedrijf toch nog een mooi resultaat van ruim $ 17 miljard, na een afboeking van $ 3 miljard op de olie- en gasreserves die eigendom van BP zijn. Opnieuw was BP genereus naar de aandeelhouders. Het uitgekeerde dividend bedroeg in 2007 ruim $ 8 miljard en de onderneming kocht voor eveneens $ 8 miljard terug aan aandelen. Ondanks het ‘slechte’ jaar 2007 werd bijna 100% van de winst teruggeven aan de aandeelhouders.

Exxon slaagde er in 2007 in het megaresultaat van 2006 te evenaren. Het resultaat steeg met 3% naar een winst van ruim $ 40 miljard. Ook Exxon keerde meer dan de in 2007 behaalde winst uit aan de aandeelhouders. Het dividend bedroeg $ 8 miljard en Exxon kocht voor $ 33 miljard terug van aandeelhouders.

Shell realiseerde in 2007 een winst van $ 31 miljard. In 2006 bedroeg de winst $ 25 miljard. Een stijging van 24%! Van het resultaat ging 30% of wel $ 9 miljard naar de aandeelhouders in de vorm van dividend. De onderneming kocht voor $ 4 miljard in aan aandelen. Hiermee was Shell de minst genereuze van de drie grote ‘fossils’.

Maar hoewel de mediaboodschappen van Shell anders suggereren, blijkt niet uit de cijfers dat Shell aanzienlijke bedragen is gaan investeren in onderzoek naar en ontwikkeling van andere energiebronnen. Integendeel, Shell klaagt in de media:

“Op de ‘drie harde waarheden’ voor de toekomstige energievoorziening antwoordt olieconcern Shell met twee afkortingen: Tina en Tania. Tina staat voor ’there is no alternative’ en het zusje Tania voor ‘There are no ideal answers’, zo luidt de sombere conclusie die vicepresident Jeremy Bentham van Global Business Environment van Shell International trekt tijdens zijn presentatie in Amsterdam over de energiescenario’s van Shell tot 2050.

De drie harde waarheden van Shell houden in dat de energiehonger van groeireuzen China en India leidt tot een explosieve groei in de vraag naar fossiele brandstoffen, zoals olie en gas. De industrie zal steeds meer moeite hebben om die groeiende vraag te kunnen bijbenen. Tegelijk neemt de druk op klimaat en milieu toe omdat een steeds groter deel van de wereldbevolking zijn aandeel opeist van de steeds moeilijker winbare fossiele brandstoffen. Dat terwijl er minder ‘easy oil’ wordt gevonden en gewonnen dan er verdwijnt in auto’s en kachels.”

(Bron: Het Financieele  Dagblad d.d. 12 februari 2008)

Grote broer Exxon huilt mee:

“Bestuursvoorzitter Rex Tillerson van het Amerikaanse olieconcern ExxonMobil heeft gisteren hard uitgehaald naar olie- en gasrijke landen die eenzijdig contracten met westerse oliemaatschappijen veranderen. ‘Energienationalisme kan verstrekkende gevolgen hebben voor de wereldeconomie en betrouwbaarheid van de energievoorziening’, zei Tillerson gisteren in Rome tijdens een toespraak op het driejaarlijkse World Energy Congres.

Zonder landen bij naam te noemen verwees Tillerson veelvuldig naar Rusland, waar zowel Shell als BP de controle over olie- en gasprojecten onder druk van het Kremlin moesten overdragen aan staatsgasconcern Gazprom. ‘Sommige landen hebben eenzijdig contracten met oliemaatschappijen aangepast en projecten genationaliseerd’, aldus Tillerson.

‘Maar energienationalisme is contraproductief’, waarschuwde de ExxonMobil-topman. Omdat het aanbod kunstmatig krap wordt gehouden door het weren van buitenlandse investeringen ‘vertraagt de economische groei wereldwijd’. De bevolking van olie- en gasrijke landen betalen volgens Tillerson het gelag. ‘Die landen missen door de lagere productie olie-inkomsten en er wordt minder geïnvesteerd in de lokale economieën.”

(Bron: Het Financieele Dagblad 13 november 2007)

Verkrijgbaar als e-book, klik hier

De tranen en verwijten van Shell en Exxon zijn tegen de achtergrond van de gigantische bedragen die worden uitgekeerd aan ‘hun’ aandeelhouders haast lachwekkend. Als deze bedrijven werkelijk zo begaan zouden zijn met het welzijn van de wereldbevolking en een gestadige wereldwijde economische groei, dan zouden er door deze maatschappijen in de afgelopen vijf jaar grootscheepse investeringen zijn gedaan in het onderzoek naar en de ontwikkeling en productie van nieuwe en schone energie. Het tegenargument dat er voor deze projecten onvoldoende middelen beschikbaar zouden zijn is aantoonbaar onjuist, want aan de aandeelhouders werd in de periode 2004-2007 door Exxon, BP, Shell, Texaco en Total meer dan $ 300 miljard uitbetaald. En met zelfs de helft van zo’n bedrag zouden mooie dingen kunnen zijn gedaan als daartoe de wil aanwezig was geweest.

Over wat er in werkelijkheid met deze gigantische hoeveelheid geld is en wordt gedaan kan slechts worden gespeculeerd omdat de verdere gang van deze geldstromen voor een belangrijk deel aan het oog is onttrokken. De overheden van de westerse landen en uiteindelijk hun burgers moeten het maar zien op te lossen, door moeizaam uit belastinggeld gefinancierde alternatieve energieprojecten te organiseren, die – als het begrotingstechnisch even niet uitkomt – ook weer kunnen worden stopgezet, zoals een kernfusieproject:

In maart 2009 gaf Shell aan voorlopig geen heil te zien in zonne- en windenergie.

Shell zet investeren in windparken op laag pitje

18 maart 2009 | Het Financieele Dagblad

Shell doet voorlopig geen grote investeringen meer in windenergie. Dat heeft het bestuur van het olie- en gasconcern gisteren bekendgemaakt tijdens een update van zijn strategie in Londen. Ook investeringen in zonne-energie en waterstof zijn voorlopig niet aan de orde.

(Bron: Het Financieele Dagblad)

Duurzaam energiebedrijf Econcern gaf in februari 2009 in het FD aan dat het te kampen had met tegenslagen:

‘Wij hebben de wind tegen. In plaats van groei worden we opeens geconfronteerd met ernstige stagnatie’, zegt bestuursvoorzitter Ad van Wijk van Econcern.

Van Wijk, in 2008 uitgeroepen tot topman van het jaar, heeft vrijdag zijn 1400 werknemers ingelicht over een onafwendbare personeelsreductie. Hij weet nog niet hoeveel ontslagen er precies zullen vallen.

Nauwelijks drie maanden later vroeg Econcern surseance van betaling aan.( de schuldenpositie is zo hoog geworden dat het bedrijf niet meer in staat is om dit zelfstandig op te lossen) In een artikel in de Volkskrant van 30 mei 2009 onder de titel ‘Groen was het toverwoord’ wordt de opkomst en neergang van Econcern uit de doeken gedaan. 

Econcern, opgericht in 1984, heeft vier bedrijfsonderdelen; Evelop, hoofdactiviteit windenergie, Ecostream, hoofdactiviteit zonne-energie, Ecoventures, investeringen in de ontwikkeling van nieuwe duurzame bedrijven. Het vierde bedrijfsonderdeel houdt zich bezig met adviezen op het gebied van ecologie.

Het bedrijf werd in 1984 opgericht en groeide geleidelijk.

In 2001 bedroeg de omzet € 14 miljoen en werd er nauwelijks winst gemaakt. In 2005 bedroeg de omzet € 45 miljoen en was de winst € 6,6 miljoen.

Het bedrijf groeide, mede door overnames in 2006 sterk. De omzet maakte een sprong van € 45 miljoen in 2005 naar € 240 miljoen in 2006. De winst bedroeg in 2006 43,5 miljoen. In het daarop volgende jaar 2007 steeg de omzet tot € 443 miljoen en bedroeg de winst € 85 miljoen.

Investeerders SHV (Fentener van Vlissingen) en Good Energies (Brenninkmeijer) namen in 2006 voor € 80 miljoen deel in het aandelenkapitaal van Ecocern. Triodos Bank en GTI trokken zich terug. Een consortium van banken onder leiding van de ING Bank verstrekte € 150 miljoen krediet.

In 2008 werd de vermogenspositie van Econcern nog verder versterkt door een deelneming van de Rabobank en Delta Lloyd.

Good Energies stapte er weer uit in mei 2008.

Nauwelijks een jaar later zat Econcern in zwaar weer. Als gevolg van de crisis liepen diverse projecten vertraging op. De inkomsten werden te laag ten opzichte van de hoge schuldenlast. Ook werd Econcern gehinderd door de lange terugverdientijd van de omvangrijke investeringen die het had gedaan. De problemen werden acuut toen de banken hun leningen opeisten. Econcern had niet de middelen om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. De investeerders SHV Holdings en Rabobank lieten het afweten.

Ondanks dat de overheid aanvankelijk bereidheid had getoond om Econcern financieel te steunen zoals dat ook bij de banken wordt gedaan, liet de Minister van Economische Zaken kort na de surseance aanvraag weten dat het Econcern niet te hulp zal schieten.

Er zou sprake zijn van mismanagement bij Econcern. Er was een ‘chaotische constellatie van zo’n tweehonderd bedrijfjes, deelnemingen, projecten en plannen’, volgens een in augustus 2008 nieuw aangetreden commissaris bij het bedrijf.

Wacht even… van Wijk, de bestuursvoorzitter van Econcern werd in 2008(!) uitgeroepen tot topman van het jaar. Het bedrijf was de ‘modelboerderij’van het kabinet Balkenende.

En dan blijkt plotseling dat Econcern niet strak werd geleid, dat de schulden te hoog waren en dat de risico’s te groot zijn voor nieuwe investeerders om nog een belang in het eigen vermogen van Econcern te nemen?

Als u een verband legt tussen Econcern en There Is No Alternative en There Are No Real Answers van Shell, dan zou op zijn minst de conclusie dat hier sprake is van een self fulfilling prophecy gerechtvaardigd zijn.

Het is waar dat het commercieel verantwoord ontwikkelen van duurzame energie tijd kost en enorme investeringen vergt.

Maar waar is het besef gebleven dat ‘De kost altijd voor de baat uit gaat?’ Tot zover de tekst uit Een Menselijke economie.

afbeelding: de toekomst is aan waterstofgas?

Econcern ging failliet in 2009 De bestuurders werden aansprakelijk gehouden voor het faillissement. In het bijzonder bestuursvoorzitter Ad Van Wijk. Hij zou megalomaan zijn, op te grote voet leven, sociopaat zijn. Kortom, gecanceld, afgevoerd door de zijdeur. Managementsite schreef op 4 juni 2009 over Van Wijk: ‘ Pijnlijk zijn de berichten over topman Ad van Wijk, als iemand met een grootheidswaanzin en te groot ego. Maar voor iemand, rijdend in een Prius, slechts 1 woning in bezit en werkend in een klein kantoortje zonder marmeren vloer en hoogpolig tapijt, lijkt dit toch echt pertinente onzin. In januari van dit jaar werd Van Wijk op een zijspoor gezet, waarvan de details nog onduidelijk zijn.’

In 2025 kan ik, na mijn tekst uit 2009 teruggelezen te hebben, niet anders concluderen dan dat er karaktermoord heeft plaatsgevonden op Ad van Wijk. De ‘fossielen’ zinde het niet dat deze visionair en vernieuwer in hun vaarwater zat. Op het moment dat Econcern in een kritieke fase verkeerde, werd het bedrijf de nek om gedraaid door dezelfde krachten als die hem eerst op het schild hadden gehesen. Lees de namen die genoemd worden in de tekst uit ‘Een Menselijke Economie’, het is een spoor naar de deep state. Het zijn de krachten die terecht met ‘fossielen’ worden aangeduid.

Ik wil hiermee niet beweren dat alles wat Econcern deed welgedaan was. Het bedrijf was wel de pionier op het gebied van energievernieuwing. Ad van Wijk is hoogleraar geworden en groot promotor van waterstofgas als veilig en schoon alternatief voor aardgas. In deze rol mocht hij van de fossielen zijn gang gaan, omdat hij daarin geen bedreiging vormde en toch met zijn kwaliteiten kon bijdragen aan het veiligstellen van de toekomst van Shell c.s. Wetenschappelijk onderzoek uit ons belastinggeld betaald.

© Ad Broere