Het vierde gesprek tussen de economen Rob de Brouwer en Ad Broere gaat opnieuw over aanvullende pensioenen. Na het vorige optreden voor Café Weltschmerz zijn vijf maanden verstreken.
Het pensioenakkoord dat in juni 2019 werd bereikt was in die periode de markantste gebeurtenis. Ook het advies van de Commissie Parameters (Commissie Dijsselbloem), eveneens in juni 2019, trok de aandacht. De kritiek op zowel het pensioenakkoord als het rapport over de parameters barstte vrijwel onmiddellijk los en bereikte een hoogtepunt in september. De pensioenfondsen hadden weliswaar een heel goed resultaat bereikt in de eerste acht maanden van 2019, maar kortingen dreigden. Dit was het gevolg van voortgaande daling van de rente, waardoor de rekenrente tot 0,3% zakte.
De rekenrente is het percentage waarmee de pensioenfondsen hun toekomstige verplichtingen tot over een lengte van zestig jaar contant moeten maken. Voorbeeld: Als je over 10 jaar € 1.000 uitgekeerd wil hebben en de rente is 5%, dan moet je nu € 614 storten. Als de rente 0,3% is dan moet je echter nu € 970 storten, dus op € 30 na het hele bedrag dat je over 10 jaar uitgekeerd wil hebben. Het lijkt misschien overbodig om dit nog een keer te vermelden, maar onze premier gaf in de Algemene Beschouwingen in september te kennen dat hij het principe van contante waarde niet heeft begrepen. Rutte verklaarde namelijk doodleuk dat de verplichtingen van de pensioenfondsen verdrievoudigd waren.
Door de heel lage rekenrente moeten de pensioenfondsen echter ook heel veel in kas hebben om aan alle verplichtingen tot over een periode van zestig jaar te kunnen voldoen. Dat bedrag hebben ze nu niet. Daarom is er volgens de heer Knot van De Nederlandsche Bank sprake van een onderdekking, of anders gezegd: de dekkingsgraad is tot ver beneden de 100% gezakt bij de meeste fondsen. Dus moet er volgens de heer Knot worden gekort. Niemand begrijpt hier meer iets van. Ook de pensioenfondsbestuurders niet.
De Brouwer en Broere hebben het advies van de Commissie Parameters erbij genomen, omdat dit een advies inhield met betrekking tot de rekenrente. De extreme voorzichtigheid waarmee de commissie te werk is gegaan werd gerespecteerd, hoewel daarin aannames zitten die grenzen aan het absurde. Zeker gelet op de behaalde rendementen in de afgelopen veertig jaar. Maar goed, om het beleid van De Nederlandsche Bank te logenstraffen, hielden zij zich aan het advies en kwamen uit op een rekenrente van 1,3%. Ook al lijkt het misschien dat De Brouwer en Broere hiermee de heer Knot in de kaart spelen, is de werkelijkheid toch anders. Toepassing van 1,3% betekent dat alle fondsen een dekkingsgraad hebben van meer dan 100%. Weg dreigende kortingen dus. Er is echter meer, want als het advies van de heren wordt opgevolgd dan komen al heel snel indexaties binnen het bereik.
Het gesprek gaat over nuchtere feiten. Over kasstromen naar de fondsen toe door premies en van de fondsen af door uitkeringen aan pensioengerechtigden. In het afgelopen jaar 2018 werd er € 34 miljard uitgekeerd door alle fondsen en € 33 miljard ontvangen. Daardoor bleef de gigantische belegde reserve van de fondsen in stand en groeide deze door in 2019 tot € 1,5 biljoen per 1 september. Er zullen een aantal jaren komen dat er minder premie wordt ontvangen dan dat er pensioen wordt uitgekeerd. Volgens verwachting gedurende twintig jaar en oplopend tot een ‘gat’ van hoogstens € 15 miljard. Daarna loopt het ‘gat’ snel terug en wordt er weer meer premie ontvangen dan uitgekeerd. De realiteit is dat van die € 1,5 biljoen hooguit € 300 miljard wordt gebruikt om de tekorten aan te vullen. En dan is het ook nog zo, dat de belegde reserve blijft door renderen. Redenerend vanuit de kasstromen wordt het probleem dus in feite gereduceerd tot een non issue.
Kijkt en luistert u zelf naar hoe De Brouwer en Broere een gezonde dosis nuchterheid plaatsen tegenover de hysterie rond de pensioenen. De duur van het gesprek is 53 minuten.
(c) Ad Broere