geplaatst op 21 oktober 2017 Griekenland lijkt uit de belangstelling te zijn, nu de regering Tsipras aan de leiband loopt van het IMF, de ECB en EU. Dit betekent echter niet dat er niets meer aan de hand is en evenmin dat er geen onbeantwoorde vragen zijn met betrekking tot het aan Griekenland uitgeleende bedrag van in oktober 2016 € 263 miljard. Het is een algemeen bekend, maar niet door de autoriteiten bevestigd feit, dat hiervan vrijwel niets is gebruikt om de Griekse economie te versterken. Het is echter vrijwel niet bekend hoe een bedrag van € 41,5 miljard, uitgeleend door de Europese steunfondsen, terecht kwam bij het Hellenic Financial Stability Fund (HFSF) en van daaruit voor het grootste deel ‘in de put werd gegooid’. Een schandaal dat onder het tapijt is geschoven.
Op 21 juli 2010 werd het Hellenic Financial Stability Board (HFSF) opgericht om Griekse banken en in Griekenland opererende buitenlandse banken te herkapitaliseren en om een vangnet te vormen als deze banken in acute nood komen te verkeren. Het HFSF is een private instelling en maakt geen onderdeel uit van het publieke domein. Dit betekent dat het HFSF geen overheidsinstelling is. Verder heeft het HFSF volledige bestuurlijke autonomie en is het geen verantwoording verschuldigd aan de Griekse overheid.
In 2010 werd een kapitaal van maximaal 10 miljard euro voldoende geacht om de doelstelling van het HFSF te kunnen vervullen. Het aandelenkapitaal zou worden volgestort door de EU en het IMF. In plaats van 10 miljard werd er echter niet meer dan 1,5 miljard euro aandelenkapitaal gestort.
Later, in 2012, werd besloten tot een verhoging van het kapitaal tot een niveau van 50 miljard euro. Deze aanvullende kapitaalstorting is op een wel zeer bijzondere wijze tot stand gekomen. Het Europees Financieel Stabilisatie Fonds (EFSF), de voorloper van het Europees Stabiliteit Mechanisme (ESM), verstrekte in 2012 twee obligatieleningen en in 2013 een derde obligatieleningen aan het HFSF. De eerste lening, met een bedrag van 25 miljard euro, werd uitgegeven op 19 april 2012, de tweede van 16 miljard euro op 19 december 2012 en de derde van 7,2 miljard euro op 31 mei 2013.
De Griekse overheid staat volledig borg voor alle drie leningen. Dit is hoogst merkwaardig, omdat de Griekse staat geen invloed heeft op het bestuur van het HFSF en het HFSF een private onderneming is. Bovendien zijn de obligatieleningen toegerekend aan het kapitaal van het HFSF. Ook dat is wonderlijk, want obligatieleningen behoren gewoonlijk tot het vreemd vermogen en niet tot het eigen vermogen. Eigen vermogen is risicodragend, wat betekent dat verliezen ten laste worden gebracht van het eigen vermogen, terwijl vreemd vermogen moet worden terugbetaald als de lening volgens contract opeisbaar is, ongeacht of er sprake is van verlies.
Griekenland heeft € 263 miljard geleend. Waar zijn die miljarden gebleven?
De zoektocht naar het geld begint in Nederland, bij het ministerie van Financiën, verantwoordelijk voor het Nederlandse overheidsgeld dat naar Griekenland ging. Volgens een woordvoerder is “een deel van de steun gereserveerd voor de Griekse banken.” De rest is “algemene begrotingssteun”. Hoe het precies zit, weet het ministerie niet.
Ook het IMF weet het niet. Het hoofdkantoor in Washington laat telefonisch weten dat het fonds niet bijhoudt waar de Grieken het geleende geld aan uitgeven. Daar gaat de Griekse overheid zelf over, aldus het IMF.
Het meest verbazingwekkende aspect aan het HFSF is echter, dat het kolossale bedrag van € 41 miljard door het EFSF, de voorloper van het ESM werd uitgeleend in een periode dat de discussie over het ESM en de rol van het ESM nog in volle gang was. Er was op dat moment nog geen sprake van een Europese bankenunie, laat staan van directe bankensteun. Dat dit toch is gebeurd op zo’n achterbakse manier is een regelrecht schandaal.
In april 2012 werd een petitie aangeboden aan het Nederlandse parlement om het ESM-verdrag niet te ratificeren. Politici verzekerden bij die gelegenheid dat er geen directe bankensteun zou worden geboden, want daar was het ESM noch zijn voorloper EFSF voor bestemd. De politiek zou erop toezien dat de middelen, die aan het EFSF/ESM beschikbaar werden gesteld, uitsluitend zouden worden bestemd voor steun aan probleemlanden. De controle op de besteding ervan zou bij de parlementen van de eurolanden liggen. Deze bewering blijkt pertinent onjuist te zijn geweest. Erger, de directe steun aan banken werd al in het voorjaar van 2012 geconcretiseerd door de 25 miljard eurolening, die in april 2012 aan het Hellenic Financial Stability Fund werd verstrekt, gevolgd door een tweede van € 16 miljard in December 2012 en een derde van € 7,2 miljard in mei 2013. In totaal werd € 48,2 miljard euro uitgeleend door de Europese fondsen. Met dit kolossale bedrag is via een omweg directe bankensteun gegeven. En dan ook nog via een private, autonome instelling.
Waren de Nederlandse politici, die in 2012 om het hardst riepen dat alles onder politieke controle stond en dat er geen geld uit de Europese fondsen zou worden besteed zonder het fiat van de parlementen van de eurolanden, niet op de hoogte? Op zijn minst kunnen we vaststellen dat men niet erg zijn best heeft gedaan om door te vragen bij het EU-bestuur over de activiteiten van het EFSF/ESM. Verder is het een duidelijke en steeds weer terugkerende signatuur van alle ‘mechanismes’ en instellingen die er in Europees verband worden opgericht dat ze autonoom zijn, geen verantwoording hoeven af te leggen over het gevoerde beleid aan de politiek en dat men dus de vrije hand heeft met de besteding van belastinggeld van de Europese burger.
Het HFSF had op 30 september 2014 van de 50 miljard euro kapitaal ruim € 20 miljard afgeboekt als verlies. Op 31 maart 2016 was het geaccumuleerde verlies opgelopen tot bijna € 36 miljard! Het geld dat door het EFSF is uitgeleend aan het Hellenic Financial Stability Fund wordt niet terugbetaald. Het is verdwenen in de zakken van de ‘schuldeisers’ van Griekse banken. Een schandaal dat niet onder het tapijt mag worden geschoven!
© Ad Broere,