een vernieuwende visie op mens, geld en waarde

Soros, warme weldoener of koele strateeg?

In de Volkskrant van 29 december 2018 verscheen een essay, geschreven door oud Oost-Europa correspondent Olaf Tempelman, waarin George Soros als filantroop wordt geschetst, die nu in Oost-Europa wordt gehaat door hen die hij financieel heeft geholpen in de negentiger jaren van de vorige eeuw. Het essay is getiteld: ‘De tragiek van George Soros: hij steunde talloze projecten, en nu keren de ontvangers zich tegen hem’. In ‘Geld komt uit het Niets’ (2012) heb ik een rapport over Soros opgenomen, gebaseerd op onderzoeksjournalistiek, uitgevoerd door een team onder leiding van F.William Engdahl. Soros wordt hierin niet geschetst als een filantroop in de betekenis van onbaatzuchtig en mensvriendelijk.

Naar aanleiding van het essay stuurde ik daarom deze brief naar de redactie van Opinie VK:

Geachte redactie,

In het artikel over George Soros in de editie van 29 december wordt geen aandacht besteed aan het interview dat hij twintig jaar geleden had in ’60 minutes’, geproduceerd door Leslie Cockburn.  Jammer, omdat in dit interview dat door miljoenen mensen wereldwijd is bekeken, aspecten van wie Soros is naar voren komen, die ik in het artikel niet terugvind.

Soros is in mijn opinie een exponent van de oude machtsstructuur, waarin een individu door zijn rijkdom een significante invloed kan uitoefenen. De auteur van het artikel schrijft dat Soros een filantroop is en het goede voor heeft met de mensheid. Na het bekijken van het interview met Steve Croft is het voor mij en heel veel anderen moeilijk om aan te nemen dat dit waar is.
Het World Wealth Report 2015, uitgebracht door CapGemini toonde het verband tussen rijkdom en macht aan. Wat mij betreft zou de wereld er beter kunnen gaan uitzien als er geen mensen meer zijn die door hun extreme rijkdom macht hebben en daardoor politieke, economische en sociale processen significant kunnen beïnvloeden.

Ad Broere, auteur en econoom

Soros in het interview: “I’m basically there to make money. I cannot and do not look at the social consequences of what I do.”

 

De redactie van Opinie VK reageerde met een standaardmail:

31 december 2018

Geachte heer Broere,

Het spijt ons uw bijdrage aan de rubriek Opinie & Debat niet te kunnen plaatsen. Omdat we dagelijks talrijke bijdragen ontvangen, zijn we niet in staat om in elk geval onze beslissing inhoudelijk toe te lichten.

Een stuk komt voor plaatsing op onze opiniepagina’s en/of onze site in aanmerking als het circa 600 woorden of korter is, de aanzet geeft tot een debat of als het een bijdrage levert aan een lopend debat, als het een oorspronkelijke zienswijze bevat, en als het inhoudelijk en stilistisch voldoet.

Van de vele stukken die we ontvangen, kunnen we er slechts een aantal publiceren. We vragen hiervoor uw begrip en hopen dat onze beslissing u er niet van weerhoudt ons nog eens te benaderen.

Met vriendelijke groet,

redactie Opinie&Debat

de Volkskrant

 

Waarop ik deze mail stuurde naar de redactie:

 

31 december 2018

Geachte redactie,

Mijn bijdrage voldoet aan de door u in uw mail genoemde criteria. U kunt niet staande houden dat deze bijdrage niet voor plaatsing in aanmerking komt. Mijn bijdrage nuanceert het beeld dat van George Soros wordt geschetst in de editie van 29 december. Het is geen persoonlijke aanval, slechts een referentie naar het ’60 minutes’ interview en de antwoorden die Soros daarin zelf geeft op vragen van een professionele interviewer in een serieus te nemen programma. Miljoenen mensen over de hele wereld hebben dit interview gezien en hebben hun conclusies daaruit getrokken over wie Soros is. U geeft er kennelijk de voorkeur aan om de inhoud en strekking van het artikel in de krant van 29 december niet ter discussie te stellen. Hiermee zet u de Volkskrant te kijk als een naar objectiviteit strevend nieuwsmedium. Uitermate teleurstellend.

Met vriendelijke groet,

Ad Broere, auteur en econoom

 

Ik was aangenaam verrast toen ik van de auteur van het essay daarop een mail ontving:

31 december 2018

Geachte heer Broere,

Alles is een kwestie van interpretatie, maar ik meen dat de belangrijke aspecten uit het ’60 Minutes’-interview ook in mijn stuk terugkomen. Het bevat nota bene expliciet de vraagstelling: Kan iemand die met meedogenloos speculeren op één dag een miljard verdient wel het beste met de wereld voor hebben? Wat anders is in mijn stuk, is de invalshoek. Dat is mijn geval die van een oud-Oost-Europa-correspondent. Soros heeft voor nogal wat mensen in de regio véél betekend en dat is in West-Europa altijd onderbelicht gebleven.

M.vr.gr.

Olaf Tempelman (correspondent in Oost-Europa voor de Volkskrant tussen 1999 en 2008)

 

Dit verschafte mij de opening om de heer Tempelman de volgende mail te sturen:

2 januari 2019

Geachte heer Tempelman,

U stelt in uw artikel de vraag: “Kan iemand die in één dag met meedogenloos speculeren een miljard verdient überhaupt een gutmensch zijn?” George Soros geeft in het ’60 minutes’ interview met Steve Kroft zelf antwoord op deze vraag. Nee, dat kan niet, tenzij er bij hem sprake is van een dissociatieve identiteitsstoornis.

Mijn bijdrage gaat echter niet specifiek over Soros. Ik poneer de opinie dat extreme rijkdom met daaraan verbonden macht en invloed tot het verleden moeten gaan behoren als wij naar een menswaardigere samenleving dan de momentele toe willen gaan ontwikkelen. Die extreme rijkdom wordt vooral verworven door geld met geld verdienen. George Soros is hier een sprekend voorbeeld van. Het thema van mijn nieuwe boek ‘Geld in de bijrol’ is dat er een einde moet komen aan geld met geld verdienen, in het bijzonder door rente en speculatie. Als wij een wereld willen waarin inkomen en bezit evenrediger zijn verdeeld dan in de huidige, een wereld waarin meer gelijkwaardigheid is en armoede effectief kan worden opgeheven evenals extreme rijkdom, dan moeten we ons inzetten voor het uitbannen van geld met geld verdienen.

Het is mij niet duidelijk waarom De Volkskrant deze opinie niet heeft willen plaatsen.

 

Tempelman reageerde als volgt op mijn mail:

3 januari 2019

Geachte heer Broere,

Dank weer voor dit schrijven. Ik ga niet over het plaatsingsbeleid van de opinieredactie, maar wat mij betreft had uw reactie zeker geplaatst mogen worden. Ik ben het verder volledig met u eens dat ‘extreme rijkdom met daaraan verbonden macht en invloed tot het verleden moeten (moet) gaan behoren’. In West-Europa zijn we helaas nog ver van die gewenste situatie verwijderd, en in de VS en Oost-Europa nog veel verder. Waar overheden het dramatisch laten afweten als het gaat om sociale bescherming, kunnen mensen alleen maar hopen op een liefdadigheidsinstelling, een kerkgenootschap of een filantroop die hen gunstig gezind is. Vandaar dat flink wat van Oost-Europeanen zich een kwart eeuw geleden gelukkig prezen dat je tenminste nog Soros had. Ik wijs u nog op de volgende passage uit mijn stuk:

‘Een klassiek bezwaar tegen filantropie betreft de willekeurigheid ervan. Een filantroop heeft een particulier belang, terwijl een overheid het belang van iedereen dient, het algemene belang. Maar dat is idealiter. Want in het Oost-Europa van na 1989 waren voormalig communistische overheidsfunctionarissen dermate veel bezig met particuliere zelfverrijking dat van een algemeen belang nergens sprake was.’

 

Waardoor het gesprek verder over de filantropie van Soros leek te kunnen gaan:

3 januari 2019

Geachte heer Tempelman,

De passage die u in uw mail aanhaalt heb ik gelezen. Ik heb echter bezwaar tegen de kwalificatie ‘filantroop’ voor George Soros. Een filantroop is onbaatzuchtig, tevens een mensenvriend. Soros is geen van beide: “I’m basically there to make money. I cannot and do not look at the social consequences of what I do.” Soros wordt in verband gebracht met het ‘hit and run kapitalisme’ dat de economische neergang en uitholling van de landen in het voormalige Oostblok heeft versneld. Dat hij ook schenkingen heeft gedaan, studiebeurzen heeft gegeven en investeringsprojecten financieel heeft ondersteund die inwoners van de beroofde voormalige Oostbloklanden ten goede kwamen, is ontegenzeggelijk waar. In feite is het echter niets meer dan een selectieve teruggave van een klein deel van het geld dat hij eerst heeft onttrokken aan de economie van de voormalige Oostbloklanden. Wat daarvoor ook zijn agenda mag zijn, in elk geval was het niet onbaatzuchtigheid of mensvriendelijkheid, want dat past niet bij iemand voor wie het draait om geld zonder daarbij de sociale gevolgen van zijn acties te kunnen en willen betrekken. Inderdaad, zoals u schrijft: ‘De jongeren die vanaf 1989 met zijn geld gingen studeren, wist Soros, dat waren de politici en overheidsfunctionarissen van de toekomst’. Deze politici en overheidsfunctionarissen staan – enkele zoals Orban uitgezonderd- in het krijt bij Soros, want ‘wiens brood men eet, diens woord men spreekt’.

 

Op de laatste mail heeft Tempelman (nog) niet gereageerd. Ik heb cc’s van de correspondentie met Tempelman naar de redactie gestuurd. Van die kant is geen verdere reactie gekomen.

Naschrift

Door interviews zoals ´60 minutes´ krijgen miljoenen over de hele wereld iets van mensen zoals George Soros zelf te zien. Dit is mogelijk door de sociale media. Velen gaan daardoor op zoek naar de waarheid achter wat het lijkt te zijn en de belangstelling voor informatie die aan deze behoefte tegemoetkomt neemt toe. Het feit dat charlatans en opportunisten in dit gat springen en vanuit hun doelstelling met niet onderbouwde verhalen komen om de zoekers naar hun standpunt over te halen neemt niet weg dat er op internet ook informatie te vinden is van serieuze onderzoekers, die hun verhaal wel zorgvuldig onderbouwen. Helaas is het zo dat de schreeuwers meer aandacht krijgen, want zoals de Romeinen al zeiden ‘Mundus vult decipi’ (de wereld wil bedrogen worden).

Toch vind ik het niet verstandig om te schrijven over wat ‘online’ wordt aangeboden, op een manier zoals ook Olaf Tempelman dit doet in zijn artikel. Als hij door de ruis heen op internet door zou hebben gezocht dan zou Tempelman behalve op het ’60 minutes’ interview op meer informatie over Soros zijn gekomen, waardoor hij waarschijnlijk niet de man als een tragische held zou hebben gekarakteriseerd in zijn essay: ‘De tragiek van Soros is dat de markten zich altijd in zijn voordeel herstelden, maar dat op de plek waar het hem allemaal om te doen was, de wereld zelf, alles aan het eind van zijn leven de verkeerde kant opgaat… Soros deed letterlijk alles wat in zijn vermogen lag om open samenlevingen in Oost-Europa van de grond te krijgen – in de regio rukken nationalisme, conservatisme en autoritarisme weer op. Gevestigde open samenlevingen worden ondertussen bedreigd‘. Uitspraken zoals deze kun je mijns inziens alleen doen als gerechtvaardigde conclusie aan het einde van een diepgaande studie over wie George Soros is, over zijn handelen in de meest uitgebreide zin, zijn motieven, de netwerken waarmee hij verbonden is en wie de mensen zijn met wie Soros samenwerkt.

Ad Broere