Er wordt veel gezegd en besproken over de noodzaak van immigratie omdat door de vergrijzing onvoldoende arbeidspotentieel bij de inwoners van Nederland met de Nederlandse nationaliteit zou zijn. Dit is een onjuist standpunt en dat toon ik aan in dit artikel.
De eerste grafiek laat het aantal werkzame mannen en vrouwen zien per bedrijfstak in 2022.
Bijna 2,5 miljoen van de Nederlandse beroepsbevolking is werkzaam in de financiële en zakelijke dienstverlening. Dit is verreweg de grootste sector. Ook gezondheid en welzijn zijn bedrijfstakken waarin velen werkzaam zijn. Gezondheid en welzijn 1,6 miljoen en handel ruim 1,5 miljoen mensen. Na deze grootste bedrijfstakken volgen Cultuur, recreatie en horeca met 680.000 en Industrie met 810.000 mensen. In de landbouw, bosbouw en visserij zijn slechts 204.000 mensen werkzaam en in de bouw 570.000. De concentratie van mensen, werkzaam in handel en dienstverlening is groot: vier op de tien mensen met een beroep zijn daarin werkzaam.
Dit, terwijl in landbouw, bouw en industrie – de primaire economische activiteiten – slechts 2 op de 10 mensen werkzaam zijn. Deze primaire economische activiteiten geven een economie – zoals de Nederlandse – een eigen basis en maken het onafhankelijker van het buitenland. De enorme handel en dienstverleningssector brengt de Nederlandse economie echter in een afhankelijke positie van het buitenland. In dit licht bezien is het wegwerken van de nog werkzame boeren in Nederland absurd. Bovendien bepaalt het in belangrijke mate mee hoeveel Nederland stabiel beschikbaar heeft voor bijvoorbeeld gezondheidszorg. Als ‘het buitenland’ het laat afweten dan trekt het de Nederlandse economie mee naar beneden.
Gewerkte uren per bedrijfstak
Naast het aantal mensen, werkzaam per bedrijfstak, is ook het aantal gewerkte uren per bedrijfstak van belang. Het geeft primair weer in hoeverre er voltijd of in deeltijd wordt gewerkt.
Vooral het relatief lagere aantal uren, gewerkt in gezondheid en welzijn valt op. Ook in de handel worden er relatief minder uren gewerkt. De volgende grafiek, waarin het aantal uren per mens, gewerkt per jaar wordt weergegeven, illustreert het nog duidelijker:
In de landbouw, bosbouw en visserij worden de meeste uren per mens gewerkt, gevolgd door de bouwnijverheid. Het minste uren per mens wordt er gewerkt in gezondheid en welzijn. Dit vooral door veel deeltijd bij de beroepen in deze sector. Een 36-urige werkweek en 45 gewerkte weken per jaar resulteert in 1.620 uren per jaar. In de bouwnijverheid en landbouw, bosbouw en visserij worden per jaar meer uren gewerkt, in vervoer en opslag, industrie en ICT en communicatie wordt de standaard gehaald en in de andere sectoren is het lager. Zoals gezegd, vooral door deeltijd en wellicht ook door relatief groter ziekteverzuim.
Vergrijzen wij?
Er zijn meer ouderen dan veertig jaar geleden, maar om nu te zeggen dat ‘we’ vergrijzen is sterk uitgedrukt. Er waren eind 2023 10,2 miljoen mannen en vrouwen tussen 25 en 70 jaar en 1,6 miljoen mannen en vooral vrouwen ouder dan 70 jaar. Verder waren er 4,8 miljoen kinderen en jongeren. Het beeld van een uitdovende, vergrijzende samenleving klopt dus niet. Potentieel bieden de mannen en vrouwen tussen 25 en 70 jaar 16,5 miljard beschikbare uren. Er zou dus geen enkel probleem hoeven te zijn om de Nederlandse samenleving draaiende te houden. Ook omdat het ‘steeds ouder worden’ wordt gelogenstraft door de feiten. De gemiddelde leeftijd bij overlijden neemt in Nederland nauwelijks toe en ligt nog onder 80 jaar. Wel is het zo dat ouderen die welgesteld zijn betere zorg kunnen kopen en daardoor relatief ouder worden, maar het gaat om geen hoge aantallen.
Wat dan?
Cru gesteld: “Kom achter dat computerscherm weg!” Biologisch-dynamische boer Wouter Kamphuis schrijft: “In de economie horen uitsluitend goederen en diensten thuis, die door menselijke inspanning tot stand zijn gebracht en die in behoeften van andere mensen voorzien. Als mensen zijn we tegenwoordig allemaal medeverantwoordelijk om zoveel mogelijk in deze richting te werken.” Het is mijns inziens duidelijk dat het werkpotentieel dat we hebben verkeerd wordt aangewend. In de sector zakelijke en financiële dienstverlening zitten veel mensen die een – groot – deel van hun tijd achter de computer zitten. Voor hun gezondheid en voor dat van de Nederlandse economie zou het goed zijn om een deel van de tijd te besteden aan het leren en uitoefenen van een vak waarin handmatig wordt gewerkt. Bijvoorbeeld het bouwen van een huis, werken op het land, maken van meubels en kleding, zelf apparaten repareren et cetera. Hetzelfde geldt voor het enkele uren per week werken in de zorg. Het leidt tot een betere verhouding tussen maak economie en diensten economie en tot een evenwichtiger samenleving.
© Ad Broere