“Er is op aarde een ‘biologische vernietiging’ gaande van diersoorten die groter is dan gedacht. Wetenschappers denken dat er een massa-extinctie aan de gang is, zoals in de prehistorie.
Wetenschappers hebben bedreigde en niet-bedreigde diersoorten onderzocht. Vele soorten verliezen in razendsnel tempo leefgebied door menselijke overbevolking en overconsumptie.”
(uit de media, 12 juli 2017)
Menselijke overbevolking en overconsumptie worden aangewezen als de hoofdoorzaken van de biologische vernietiging. Is dat waar? Worden ‘we’ hier misschien in een schuldgevoel gedreven omdat we met teveel zijn en omdat we teveel van alles gebruiken? Worden de geesten rijp gemaakt voor een omvangrijke vermindering van de wereldbevolking? Of om bereid te zijn in enorme, zelfvoorzienende flatgebouwen te gaan leven, waarmee in China wordt geëxperimenteerd? Ik denk dat het beeld van overbevolking en overconsumptie minstens kan worden genuanceerd, omdat er meer factoren in het spel zijn, die een wellicht veel grotere invloed hebben op de afbraak van de natuur.
In ‘Een Menselijke Economie’ schreef ik over het werk van Dr. E.F. Schumacher. Hij was de auteur van ‘Small is Beautiful’, met als ondertitel ‘A study of economics as if people mattered’, dus over de schoonheid van het kleine en over een economie waarin mensen ertoe doen. Dit boekje uit 1973 heeft enige tijd opgang gemaakt, vooral in de kringen van mensen die naar vernieuwing zochten.
‘In ‘Small is beautiful’ werden de economische kosten van schaalvergroting geanalyseerd. Schumacher voerde een pleidooi voor kleinschalige productie, waarin mensen weer zichtbaar worden in plaats van anonieme marktkrachten van vraag en aanbod.
De wijze lessen van de econoom Schumacher gingen echter snel verloren in de maalstroom van extreme schaalvergroting tot op zelfs het niveau van de wereldeconomie (globalisering). Door de recente gebeurtenissen gaan wij met z’n allen ondervinden waar deze maalstroom ons in heeft gesleept. De grootschalige multinationale ondernemingen hebben met behulp van uitgekiende marketing de mens opgezweept tot een extreem consumentisme. Voortdurend wordt er nieuwe vraag gecreëerd naar een grote diversiteit van producten van koopwoningen, voedingsmiddelen, auto’s, computers, televisietoestellen en mobiele telefoons tot verre reizen. Meestal gaat het om producten en diensten waar niemand aan had gedacht voordat de reclame ons eraan herinnerde dat ons leven zonder deze dingen niet compleet zou zijn. Het begrip duurzaamheid was en is daarbij in de globale economie ver te zoeken. De aarde wordt in alle opzichten ‘uitgewoond’ om de mensheid te voorzien van al het goede dat de multinationals ons te bieden hebben. Ook staat in hun benadering de mens allerminst centraal.
Dit alles is het gevolg van het feit dat groei, omzet- en winsttargets, kostenefficiency en vooral aandeelhouderswaarde de kernwaarden zijn voor het economisch handelen. Dit laatste, de aandeelhouderswaarde is buitengewoon belangrijk.’
(Een Menselijke Economie, Uitgeverij Aspekt, 2009)
Door Schumacher wordt een ander licht geworpen op de biologische vernietiging die al decennialang gaande is, parallel met de opkomst van multinationale ondernemingen. Grootschaligheid, overproductie en hebzucht spelen een minstens zo grote rol. Grootschaligheid gaat gepaard met grootschalig milieubederf.
Voorbeelden hiervan zijn garnalen die in de Noordzee worden gevangen, per vliegtuig worden vervoerd naar Marokko om daar te worden gepeld en verpakt en vervolgens per vliegtuig naar Nederland gaan, om daar in de winkel te worden verkocht. Een ander voorbeeld zijn appels die in Wales aan de boom groeien en per vliegtuig naar Zuid Afrika gaan om daar te worden gewassen, geborsteld en verpakt en terug gaan per vliegtuig naar de U.K. om daar in de winkel te worden verkocht. Enorme stukken oerwoud worden gekapt, om plaats te maken voor palmolieplantages. Daardoor en niet primair door overbevolking verdwijnt de natuurlijke leefomgeving van diersoorten en sterven ze uit.
Overproductie is het gevolg van het niet goed afstemmen van het aanbod op de vraag. Hoeveel voeding wordt er niet weggegooid omdat het voor de uiterste verkoopdatum onverkocht is? Hoeveel kleding verdwijnt naar de afvalverwerking omdat het onverkoopbaar is. Ook hier weer geen afstemming van aanbod op vraag. Primair het gevolg van grootschaligheid, waardoor het moeilijk is om die afstemming te maken. Moeilijker dan wanneer de producten regionaal worden geproduceerd, afgestemd op de regionale behoefte.
Ook de apparaten die we gebruiken werken mee aan het milieubederf. De verkoop van smartphones bijvoorbeeld wordt gedreven door winstbejag en niet door dienstbaarheid aan de natuurlijke behoeftes van de mens. Die behoeftes worden gecreëerd door de marketeers, die telkens weer in de hoofden van mensen de gedachte weten te planten dat je toch wel het nieuwste type smartphone moet hebben, want daar kun je zoveel meer mee. Dat in deze apparaten zeldzame grondstoffen zijn verwerkt, waarvoor de aarde letterlijk wordt afgestroopt om ze te kunnen blijven delven, staan weinig mensen stil. Het recyclen van de apparaten is daarbij meer een geruststelling voor de bewuste consument dan iets wat in de praktijk echt werkt.
Mensen zijn best bereid om af te zien van het gebruik van milieubedervende zaken. Het gebruik van plastic zakken is bijvoorbeeld in korte tijd aardig verminderd, zij het geholpen door de prijs. Het gaat mijns inziens niet om overconsumptie. Hebzucht speelt een veel grotere rol. Mahatma Gandhi heeft gezegd: “Er is genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.’ Het zijn vooral mensen die hun hebzucht ongelimiteerd bevredigen, die bijdragen aan de problemen. biologie 3
De financiële wereld zit er vol mee. Beleggen en speculeren om er veel mee te ‘verdienen’. Investeerders, aandeelhouders, die er geen been in zien om bedrijven onder –grote- druk te zetten om veel winst te maken ten koste van de medewerkers en ten koste van het milieu, want het maakt niet uit hoe er wordt geproduceerd, als de kosten maar laag zijn. Als er zoals bij de goudwinning gif in het milieu komt, dan zij dat zo. We geven wel ter compensatie een gratis mobieltje weg. Elke euro, dollar etc. die op deze manier wordt verdiend, roomt de werkelijke waarde van wat wordt geproduceerd bovendien af. Deze hebzucht is er de oorzaak van dat de meerderheid van de wereldbevolking in mindere of meerdere mate tekort komt. Hebzucht is er ook de oorzaak van dat we bijvoorbeeld nog steeds zijn opgescheept met de fossiele brandstoftechnologie. Auto’s, schepen en vliegtuigen dragen in hoge mate bij aan het milieubederf. Vooral omdat de financieel belanghebbenden blijven zitten op hun aandelen in de fossiele brandstoffenindustrie. De schone alternatieven zijn er en dan bedoel ik niet de elektrische auto, want ook elektriciteit wordt nog steeds hoofdzakelijk geproduceerd met fossiele brandstoffen. Er moet dan wel worden geïnvesteerd in die schone nieuwe technologie en dat doen – verreweg de meeste – rijken niet. Waarom niet? Omdat zo’n investering pas na verloop van een aantal jaren winst gaat opleveren.
Onze grootste bijdrage aan het afremmen van de biologische vernietiging is zo weinig mogelijk de zakken van de hebzuchtigen te spekken. Dat kan door zo veel mogelijk te kopen bij bedrijven die niet door aandeelhouderswaarde worden gedreven en die niet een prooi van de grote beurzen zijn. Ook kunnen we op onze consumptie letten. Minder kopen, maar wel van een hogere kwaliteit, bijvoorbeeld bij de aankoop van kleding en schoenen. We helpen dan ook een einde te maken aan de vaak mensonterende toestanden in ontwikkelingslanden, waar mensen onder slechte omstandigheden lange dagen moeten maken om de artikelen te produceren die wij hier kopen voor een veelvoud van wat zij verdienen. De overheid moet de rijken dwingen om hun vaak in de financiële sector verworven rijkdom te investeren in productie waarbij het milieu gediend is. Verder zal het uitvoeren van de voorstellen van Hans van Steenbergen in ‘naar een dienstbaar financieel stelsel’ een aanzienlijke verbetering tot gevolg hebben. Misschien is het nog niet te laat, als wij leren om vastbesloten samen te gaan werken.
© Ad Broere