een vernieuwende visie op mens, geld en waarde

Het kan heel goed zonder rente

17 oktober 2017 Er zijn mensen, die vinden dat het verleden niet interessant is. Het is gebeurd en we leven in het nu. Ik denk dat dit een vergissing is. Er is zoiets als onvoltooid verleden tijd. Er zijn gebeurtenissen die zich in het verleden hebben voorgedaan en die een veel grotere betekenis hebben dan blijkt uit de geschiedschrijving. Om meerdere redenen. Een van die gebeurtenissen is het uitgeven van de ‘greenback’ dollar door de Noordelijke Federatie in de V.S. onder president Abraham Lincoln.

Toen de Amerikaanse burgeroorlog op zijn hevigst woedde, wist Lincoln dat er veel geld nodig zou zijn om de Zuidelijke Confederatie te kunnen verslaan. President Lincoln ging aanvankelijk naar De Rothschilds in Londen om geld te lenen. Ze vroegen 24 tot 36% rente, vooral omdat het rijke zuiden van de V.S. een veel interessanter partner was voor de bankiers dan de noordelijken. Lincoln wist dat als hij met dergelijke rentes akkoord zou gaan, hij zijn land in een schuldenstrop zou leggen, die economische voorspoed vrijwel onmogelijk zou maken. Op advies van Kolonel Dick Taylor van Illinois, besloot Lincoln schuldvrij en rentevrij geld te drukken, gebaseerd op niets anders dan het ‘woord van eer’ van de overheid.

Dit geld werd ‘greenbacks’ genoemd omdat er op een kant een groene kleur op zat. De Amerikaanse schatkist, bracht greenbacks ter waarde van $ 450 miljoen in omloop en ze werden direct geaccepteerd als wettig betaalmiddel. De oorlog werd door de Noordelijke Federatie gewonnen en de greenback leek te zijn voorbestemd om te blijven. Lincoln zelf zei hierover: “De overheid moet al het geld creëren en in omloop brengen dat nodig is om de uitgaven van de overheid mogelijk te maken en de koopkracht van de burgers te garanderen. Het privilege van het creëren en in omloop brengen van geld is niet alleen het voorrecht van de overheid, het verschaft tevens unieke creatieve mogelijkheden. … Geld zal niet langer dominant zijn, maar ten dienste staan van de mensheid en de democratie zal het winnen van de geldmacht” Bron: President Lincoln – Senate document 23, Page 91. 1865

De bankiers waren het hier niet mee eens. Op 14 april 1865 beëindigde een ‘eenzame schutter’ het leven van Abraham Lincoln. Helaas ging hierna de ‘greenback’ verloren nadat het Congres het Lincoln initiatief had herroepen en vrij baan gaf aan geld door schuld door de National Banking Act, een wet die uiteindelijk leidde tot de oprichting van de Federal Reserve in 1913. Sinds de oprichting van de Federal Reserve liep de Federale schuld op van vrijwel nihil tot $ 23 biljoen (23.000 miljard) in 2017.

“Ik heb twee vijanden: het leger van de Zuidelijken voor mij en banken in mijn rug. Van deze twee vrees ik het meest de vijand die mij in mijn rug bedreigt.” (Uitspraak Lincoln)

Het is opmerkelijk dat zelfs in het hol van de draak, Engeland, schuldvrij en rentevrij geld is uitgegeven door de Britse overheid. Een feit dat uit de geschiedenisboeken werd weggemoffeld. Toen het startschot voor de eerste wereldoorlog werd gelost in augustus 1914, bezat de Bank of England niet meer goud dan een hoeveelheid ter waarde van negen miljoen pond sterling. Lang niet genoeg om de hele geldvoorraad te dekken. De bankiers waren daarom bevreesd voor een enorme run op de banken om het papiergeld om te wisselen in goud, want in die tijd heette de papieren pond sterling nog ‘zo goed als goud te zijn’. De banken bleven drie dagen gesloten en er vond koortsachtig overleg plaats. Toen ze heropenden kreeg het publiek dat massaal goud voor ponden kwam opvragen, geen goud maar geld dat door de overheid en niet door de Bank of England was gegarandeerd als wettig betaalmiddel. Dit waren de ‘Bradbury Notes’.

Het publiek accepteerde de Bradbury Notes zonder morren en niemand had het over inflatie omdat de overheid de geldpers had aangezet. De dreigende ineenstorting van het Britse bankenstelsel was voorkomen. De rust was echter nauwelijks hersteld, of de bankiers legden grote druk op de overheid om geen Bradbury Notes meer uit te geven. De oorlogsinspanningen moesten worden gefinancierd met geld dat werd geleend van de banken, plus rente… En zo geschiedde, in 1914 bedroeg de Britse staatsschuld £ 650 miljoen, in 1919 was deze opgelopen tot £ 7.500 miljoen. Terwijl honderdduizenden Britse soldaten stierven op de ‘killing fields’ in Vlaanderen en Noord-Frankrijk, waren de bankiers vooral geïnteresseerd in het maken van buitensporige winsten als gevolg van de Britse oorlogsinspanningen.

Deze geschiedenis bewijst het enorme opportunisme van de banken. Het legt ook de werkelijke reden bloot waarom overheden niet aan de geldpers mogen komen. Hoe groter de menselijke ellende, hoe hoger de winsten van banken.

Canada is nog een voorbeeld van hoeveel beter publieke geldschepping is voor een land, hoewel die niet rentevrij was. In de periode tussen 1939 en 1974 creëerde de Canadese Centrale Bank het geld dat de Canadese staat nodig had voor zijn uitgaven. Met dit geld werden de Canadese oorlogsinspanningen gefinancierd, grote publieke werken zoals de St. Lawrence Seaway betaald, het pensioensysteem en de zorg gefinancierd, waarmee Canada zich in positieve zin onderscheidde. Zonder dat dit leidde tot een toename van de staatsschuld. De schuld van de Canadese overheid was in de periode tussen 1939 en 1974 vrijwel nul. Nadat het IMF en de BIS Bank in 1974 ingrepen en zij in zekere zin de Canadese overheid dwongen om geld voor de overheidsuitgaven te lenen van private banken veranderde de situatie en liep de staatsschuld van Canada snel op.

Overheden moeten zich hun taak om rente- en schuldvrij geld te creëren en in omloop te brengen ter harte nemen. De enige partij die wettig betaalmiddel in omloop kan brengen is de overheid. Alle flauwekul over de Weimar republiek en Zimbabwe ten spijt. Want als het gaat om publieke geldschepping, dan wijzen de dienaren van het systeem -politici en economen- op de enorme inflatie die het gevolg is van publieke geldschepping. De voorbeelden van de V.S. met de greenbacks, Canada met de samenwerking tussen de Centrale Bank en de overheid en zelfs Engeland met de Bradbury Note, worden handig genegeerd. Vanzelfsprekend moet geldschepping geen zaak worden voor politici om hun aanhang van cadeautjes te voorzien. Dat is dan ook niet nodig. Publieke geldschepping kan heel goed in handen worden gelegd van een publieke instelling, die als van de politiek onafhankelijke macht functioneert. Hiervoor maakt het Burgerinitiatief Ons Geld zich sterk. Met als gevolg dat de overheid aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de opdracht heeft gegeven om een advies met betrekking tot geldschepping uit te brengen. We zijn daarbij niet zo naïef om te denken dat dit advies door de overheid zal worden omarmd, zeker niet als de rol van de banken erdoor zou worden verkleind. Het is echter wel een signaal dat er beweging is.

Rente en schuld zijn in feite fictief. Rente sluit aan op de foutieve gedachte dat banken geld uitlenen dat aan anderen toebehoort. Dit is niet het geval. Geld wordt door banken -die niets anders zijn dan commerciële ondernemingen met aandeelhouders – uit het niets gecreëerd en er is geen enkele geldige reden voor banken om hun verdienmodel te baseren op de hoeveelheid geld die uitgeleend wordt.

Het begrip ‘schuld’ sluit aan op de religieuze opvatting dat als je geld leent, je schuldig zou zijn en uit boetedoening niet alleen dit geld moet terugbetalen, maar ook nog rente daar bovenop. Dit is een leugen. Bankiers zijn gewoon zwaar overbetaalde jongens en meisjes, die voor de prestatie die ze leveren veel te veel betaald krijgen.

Het begrip schuld moet uit het woordenboek worden geschrapt, met onmiddellijke ingang. Dit ten behoeve van de geestelijke gezondheid van vrijwel alle mensen die zaken (auto, huis etc.) kopen en daarvoor geld moeten lenen. Bovendien, als rente wordt afgeschaft, dan dalen de prijzen van huizen, auto’s etc., want via rente – en meer in het algemeen door geld met geld te verdienen – wordt een aanzienlijk deel van de toegevoegde waarde afgeroomd en belandt het uiteindelijk in de zakken van een zeer selecte groep.

Een voorschot refereert aan jouw vermogen om voldoende te verdienen om het geld terug te betalen dat je beschikbaar hebt gekregen voordat je het benodigde bedrag door inkomen hebt verworven.

Banken moet ook met ingang van vandaag het recht om geld te creëren door schuld worden ontzegd. Een publieke instelling, noem het geen bank, moet ervoor zorgen dat er genoeg geld in omloop is om aan de behoefte te voorzien. Als dit geld wordt uitgeleend dan heet het een voorschot en er ontstaat geen schuld. Het voorschot wordt terugbetaald, zonder rente. Het een renteloos voorschot noemen doet meer recht aan wat het is dan het als een schuld te betitelen. Een voorschot refereert aan jouw vermogen om voldoende te verdienen om het geld terug te betalen dat je beschikbaar hebt gekregen voordat je het benodigde bedrag door inkomen hebt verworven.

Laat econometristen maar berekenen hoeveel ervoor nodig is om alle publieke en private sectoren in de samenleving goed te kunnen laten functioneren. Dit is niet nieuw, in de geschiedenis werd het zoals hierboven beschreven eerder succesvol vertoond, maar omdat de bankiers ‘not amused’ waren verdween het weer en werd de leugen dat publieke en rentevrije geldcreatie gevaarlijk is en een enorme inflatie veroorzaakt in de wereld gebracht.

Door publieke, rente- en schuldvrije geldcreatie ontstaat er ruimte voor een betere verdeling van de welvaart en hebben bijvoorbeeld jonge mensen die een huis kopen het gemakkelijker. Afschaffen van rente is nodig om te genezen van het idee dat geld met geld verdienen normaal is. Een passende beloning voor de dienstverlening die banken bieden is het juiste alternatief. Deze beloning zal dan gebaseerd zijn op tarieven voor arbeidsuren en computeruren. Dat is echter slechts een fractie van wat banken nu naar zich toehalen en daarom zullen banken en de machten achter de banken zich er tot het uiterste tegen verzetten. Het is aan ons om vol te houden.

© Ad Broere, econoom