een vernieuwende visie op mens, geld en waarde

Geld stinkt niet

De media melden dat de Nederlandse overheid een miljardencontract heeft gesloten met China.

In het algemeen is zaken doen tussen overheden geen goed nieuws, want achter die overheden staan multinationale ondernemingen. Zij hebben altijd een open deur bij de overheid omdat deze ondernemingen zich met grootschaligheid bezig houden en het geld dat daarmee annex is door de enorme bedragen tot de verbeelding spreekt. Multinationale ondernemingen staan echter zonder uitzondering voor de belangen van hun aandeelhouders en dan in het bijzonder voor de giga beleggers zoals Blackrock, Vanguard en Carlyle. Vaak leidt het zakendoen tot mooie concessies op het gebied van belastingen, infrastructuur, gunstige vestigingscondities en lage lasten, zoals voor energie. Daartegenover staan de grote(re) MKB bedrijven die opdrachten krijgen van de multinationals en werkgelegenheid. Dat laatste, de werkgelegenheid, is betrekkelijk omdat multinationals veelal in hoge mate zijn geautomatiseerd en gerobotiseerd en het productiewerk waarvoor arbeid nodig is meestal in lage lonen landen wordt gedaan.

Vestiging in Nederland heeft vrijwel altijd een strategische achtergrond. Zoals bij het Chinese bedrijf Alibaba, dat een groot distributiecentrum gaat bouwen bij Weert. Alibaba is het Chinese Amazon. Deze multinational is nog vrij jong, maar heeft zich met de snelheid van een komeet ontwikkeld. De greep van de Chinese overheid op het Chinese bedrijfsleven is groot, er is sprake van staatskapitalisme en geen onderneming/ondernemer krijgt een kans zonder goedkeuring van de Staat. China is tientallen jaren de producent van de wereld geweest. In opdracht van Amerikaanse en Europese multinationale ondernemingen zoals Apple, heeft China jarenlang eindproducten en halffabrikaten geleverd en daardoor bijgedragen aan de enorme winsten van deze ondernemingen. China heeft daardoor een enorme deviezenreserve in dollars opgebouwd en is hierdoor geketend aan de Verenigde Staten. Als de Chinese munt, de yuan, in waarde zou stijgen ten opzichte van de dollar dan prijst China zichzelf uit de markt en verliest het zijn opdrachtgevers.

Ali Baba Speelgoed Mertens Kessel Lo

China zoekt naar een grotere mate van onafhankelijkheid van de westerse multinationale ondernemingen. Het zou voor de hand liggen om meer op de binnenlandse markt te leveren, maar die is slecht ontwikkeld omdat 80 procent van de Chinezen een -heel- laag inkomen hebben. China wil de rollen omkeren en niet alleen producent, maar ook handelsnatie van de wereld te worden. Dat is de betekenis van bedrijven zoals Alibaba en de reden waarom er in Weert een enorm – volledig geautomatiseerd – distributiecentrum wordt gebouwd. De strategie is om de West-Europese consumptiemaatschappij te overspoelen met made in China producten die onder eigen vlag worden verhandeld. West-Europa is aan het vergrijzen, West-Europa produceert niet zelf, West-Europa is vooralsnog relatief rijk, tenminste een deel van de bevolking. Alibaba aast op die koopkracht en gaat straks rechtstreeks  in concurrentie met de Amerikaanse en Europese bedrijven die deze producten importeerden. Het zou me niet verbazen als er een met de meest recente versie van Iphone vergelijkbare Chinese versie op de markt komt voor de helft van de prijs.

Er zijn Nederlandse bedrijven, zoals bouw- en installatieondernemingen, die op korte termijn profiteren van de miljardendeal. De meeste Nederlanders merken er niet veel van en op langere termijn komt de positie van Nederland als handelsland in het geding omdat de goedkope producent een directe concurrent gaat worden. Laat staan dat er ruimte wordt gemaakt voor kleinschalige Nederlandse initiatieven, waardoor van onderen op een rente- en speculatievrije economie tot ontwikkeling komt, die goed is voor mens, aarde en alles wat erop leeft. Het zou beter zijn als politici het boekje van dr. E.F. Schumacher ‘Small is Beautiful’ aandachtig gingen lezen en er lering uit trokken met betrekking tot op de lange termijn gerichte economische maatregelen.

In ‘Geld in de Bijrol‘ ga ik verder in op dit onderwerp en op hiermee samenhangende geo-economische ontwikkelingen.

 

Ad Broere