Er komt hoogstwaarschijnlijk geen pensioenakkoord omdat de politieke belangen van links en rechts uiteenlopen. Kort gezegd komt het erop neer dat links rechts niet met de eer wil laten strijken van een akkoord voor de pensioenen.
Dus blijft de uiterst onredelijke en onrechtvaardige situatie voortduren. Bij de AOW zijn overheid, werkgevers en werknemers betrokken. Voor wat betreft de AOW is er in het verleden behoorlijk geknoeid met de meer ontvangen bedragen dan uitgekeerd. Lees hiervoor Rob Brockhus. De AOW blijft achter bij de prijsinflatie, de verhogingen zijn mondjesmaat. Elke AOW’ er kan dit bevestigen.
De aanvullende pensioenen, die door de fondsen zoals ABP, Zorg en Welzijn et cetera worden uitgekeerd zijn een zaak van werkgevers en werknemers, waarbij de overheid en De Nederlandse Bank niet meer dan een rol aan de zijlijn hebben, terwijl ze zich met toestemming van de betrokken partijen toch in het centrum van de discussie plaatsen.
Het is vreselijk irritant dat AOW en aanvullende pensioenen constant op een hoop worden geveegd. Er zijn grote verschillen. Zoals gezegd is de AOW een onderwerp voor de overheid en de vaststelling van de premies in overleg met werknemers en werkgevers. De aanvullende pensioenen voor werkgevers en werknemers. Verder komen ze op een heel verschillende manier tot stand. AOW via een omslagstelsel, gebaseerd op premies die aan de belastingdienst worden afgedragen. Gedurende een lange reeks van jaren werd er meer premie geïncasseerd dan er werd uitgekeerd. Deze teveel geïncasseerde premie werd volgens vorige ministers van financiën waaronder Zalm geoormerkt in de algemene middelen om te worden aangewend in de jaren dat de uitkeringen de premies zouden gaan overtreffen. Iets wat in de 90’er jaren al incidenteel en in de huidige tijd structureel voorkomt.
Aanvullende pensioenen worden gevormd op basis van het kapitaaldekkingsstelsel. Dit houdt in dat iedere gerechtigde op een aanvullend pensioen zelf hiervoor spaart. Ze dragen hiervoor premies (werknemersdeel en werkgeversdeel) rechtstreeks aan het pensioenfonds af waarbij de werkgever is aangesloten. Echter uit niets blijkt het persoonlijke recht van degene die voor dit aanvullende pensioen spaart. Er is niet zoiets als ‘pensioenkapitaal op naam van meneer Zwart of mevrouw Groen’. Wel een pensioentoezegging die via een ontoegankelijke berekening tot stand komt op basis van diverse aannames.
Het meest opvallend in het berekeningssysteem is de zogenoemde rekenrente. Er wordt aangenomen met welk percentage het pensioenkapitaal gaat vermeerderen in de komende decennia. En zoals het goede boekhouders betaamd is dat percentage uiterst voorzichtig en behoudend vastgesteld. Het gevolg hiervan is dat er een kunstmatige onderdekking ontstaat van alle toekomstige verplichtingen van de meeste pensioenfondsen ten opzichte van wat er op dit moment aan pensioenkapitaal beschikbaar is bij het fonds.
Al decennia lang boeken de pensioenfondsen een veel hoger ‘rente’percentage dan volgens de rekenrente het geval zou zijn. Het gevolg hiervan is dat bij de meeste fondsen ‘het geld over de plinten klotst’ en de gepensioneerden worden afgeknepen doordat de aanvullende pensioenen niet worden verhoogd. De politiek zit er niet mee. Ze houden vast aan de leugen van de rekenrente en weigeren met een redelijke en reële oplossing te komen, omdat de een de ander het licht niet in de ogen gunt. Dit nog los van het feit dat de politiek zich gewoon niet moet bemoeien met zaken die hen niet aangaan.
Er wordt nu zelfs al openlijk gesproken over korten van de pensioenen. Dit, terwijl er al heel lang sprake is van koopkrachtvermindering bij gepensioneerden, vanwege het bevriezen van de aanvullende pensioenen. Het is een regelrechte aanfluiting en onbegrijpelijk dat het gewoon blijft doorrotten.
Meer over de pensioenen en over hoe het zou kunnen worden opgelost staat te lezen in ‘Geld in de Bijrol‘.
(c) Ad Broere