een vernieuwende visie op mens, geld en waarde

De ‘Lancet’: Geldgebrek verkort je leven

In de Lancet verscheen een artikel over welke factoren van invloed zijn op een verminderde levensverwachting. De onderzoekers combineerden data van 48 studies bij 1,7 miljoen Britten, Fransen, Zwitsers, Portugezen, Italianen, Amerikanen en Australiërs. Een opmerkelijke uitkomst van dit onderzoek is dat een lage sociaaleconomische status sterke invloed heeft op de levensverwachting. Omdat steeds meer mensen kampen met zorgen en stress als gevolg van geldgebrek, is de conclusie gerechtvaardigd dat dit invloed heeft op de levensverwachting. De media wijzen op grote problemen in landen zoals Kosovo en Roemenië en daarop valt niets af te dingen. Het leidt echter tegelijkertijd de aandacht af van de groeiende problemen in het rijke Nederland. Geldgebrek, armoede zijn subjectieve begrippen, het gaat erom wat er financieel voor nodig is om een menswaardig bestaan te kunnen leven. Ook in het rijke Nederland. In de samenleving die we in Nederland met elkaar hebben gecreëerd is de afhankelijkheid van geld groot. Er zijn initiatieven om die afhankelijkheid te verminderen door zelfvoorzienend te gaan leven, maar voor veel mensen is dit -nog- geen realistisch alternatief.

De statistieken van het CBS halen ons uit het sprookje van een gemiddelde – gezonde- levensduur van meer dan negentig jaar, zoals de pensioenfondsen ons willen doen geloven. De gemiddelde leeftijd waarop mannen overlijden was in 2016 78,1 jaar en die van vrouwen 80,5. Ook laat bij veel mannen en vrouwen de gezondheid in de laatste levensjaren te wensen over. Toch moeten we langer doorwerken, omdat we volgens de rekenmeesters zoveel ouder worden en omdat anders de pensioenen onbetaalbaar zouden zijn. Over de onzin hiervan, in elk geval voor wat betreft de aanvullende pensioenen schreef ik meerdere artikelen. Tot dusver blijft de politiek helaas vasthouden aan een onjuiste redenering, die vooral is gebaseerd op de keiharde bewering dat een artificiële rekenrente bepalend is voor de toekomstige reserves van de pensioenfondsen en niet het langjarig rendement. Ook de ontkenning dat aanvullende pensioenen worden gevormd op kapitaaldekkingsbasis en niet op omslagbasis is hardnekkig. Daardoor is er ook geen bereidheid om serieus onderzoek te doen naar wie er nu eigenlijk gerechtigd zijn op het kolossale bedrag van 1,4 biljoen euro dat de pensioenfondsen in reserve hebben. De discussie hierover wordt door bijvoorbeeld Rutte ten onrechte afgedaan met: ‘de veertigers van nu willen ook met pensioen’.

Geldgebrek 1

Het gaat echter over meer dan de inkomens van ouderen. Over de hele linie, van jongeren tot ouderen staan de inkomens onder druk. Dat dit zo is en de gevolgen hiervan, wordt door de 150 Tweede Kamerleden die ons nu vertegenwoordigen onvoldoende of niet onderkend. Men blijft hangen in het oude paradigma van ‘werken voor je brood’. Er wordt door de huidige politiek onvoldoende onderkend dat betaald werk als gevolg van de automatisering en digitalisering een steeds schaarser goed aan het worden is. Ook blijft de politiek hangen in vastgeroeste redeneringen over geld en de financierbaarheid van projecten. Nog steeds lijkt niet te zijn doorgedrongen hoe geld wordt gecreëerd, dat er een mechanisme in het financieel systeem zit. Dit mechanisme zorgt ervoor dat geld dat vrijwel geheel door schuld uit het niets wordt gecreëerd, voortdurend naar een kleine minderheid toestroomt. 

Terug naar de verkorte levensduur verwachting en het artikel in de Lancet, waarvan hier een samenvatting wordt gegeven:

‘Dat roken, suikerziekte of een hoge alcoholconsumptie de kans op een lang en gezond leven in gevaar brengen, is alom bekend. Maar uit grootschalig Europees onderzoek in The Lancet blijkt dat ook armoede in dat rijtje thuishoort.

De onderzoekers combineerden data van 48 studies bij 1,7 miljoen Britten, Fransen, Zwitsers, Portugezen, Italianen, Amerikanen en Australiërs. De wetenschappers schatten hun socio-economische status in op basis van hun beroep en volgden de participanten gemiddeld dertien jaar lang.

“Van opleiding, inkomen en werk is bekend dat ze een impact hebben op de gezondheid, maar nog maar weinig studies hebben onderzocht hoe belangrijk die sociaalconomische factoren echt zijn”, zegt Mika Kivimaki, hoogleraar aan het University College London. De wetenschappers besloten daarom armoede te vergelijken met de grootste risicofactoren die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hanteert, zoals tabaks- en alcoholgebruik, een ongezond dieet en inactieve levensstijl.

De conclusies zijn opmerkelijk: een lage sociaaleconomische status reduceert de levensverwachting met gemiddeld 2,1 jaar. Dat is meer dan een hoge bloeddruk (1,6 jaar), sociaal-economische (0,7 jaar) of een hoge alcoholconsumptie (0,5 jaar), en ongeveer evenveel als een inactieve levensstijl (2,4 jaar).

Enkel roken (4,8 jaar) en diabetes (3,9 jaar) hebben een grotere invloed dan armoede.

Dat beleidsmakers zelden rekening houden met armoede als het gaat om internationale gezondheidscampagnes, is een gemiste kans, zeggen de onderzoekers. De omstandigheden zijn immers veranderbaar door het beleid op een lokaal, nationaal en internationaal niveau.

“We waren verrast dat slechte sociale en economische omstandigheden even dodelijk zijn als risicofactoren zoals roken, obesitas en hoge bloeddruk”, zegt Silvia Stringhini, hoofdauteur van de studie en onderzoekster aan de Universiteit van Lausanne. “Omdat deze omstandigheden veranderbaar zijn, zouden ze opgenomen moeten worden op de lijst van de risicofactoren die aangepakt worden in wereldwijde gezondheidscampagnes.”

Geldgebrek 3

De inkomens van ALLE Nederlandse gezinnen moeten op een menswaardig niveau worden gebracht, om te voorkomen dat de samenleving breekt als gevolg van sociale spanningen. Het nieuwe kabinet moet serieus werk gaan maken van een betere verdeling van de welvaart (grondwet artikel 20). Inkomenssubsidie op de kortere termijn en aanpakken van het herverdelingsmechanisme in het financiële stelsel door geld met geld verdienen te schrappen.

(c) Ad Broere, econoom