Deze maand – april 2020 – publiceerde het IMF een nieuw rapport over de economische vooruitzichten voor de wereld voor de komende periode van twee jaar.
Dit is de samenvatting die het IMF geeft van het rapport:
“De COVID-19-pandemie veroorzaakt wereldwijd hoge en verder stijgende menselijke offers. De noodzakelijke beschermingsmaatregelen hebben ernstige gevolgen voor de economische bedrijvigheid.
Als gevolg van de pandemie zal de wereldeconomie in 2020 naar verwachting met –3 procent sterk krimpen, veel erger dan tijdens de financiële crisis van 2008-2009. In het basisscenario – waarbij wordt verondersteld dat de pandemie in de tweede helft van 2020 afneemt en de controlemaatregelen geleidelijk kunnen worden versoepeld – zal de wereldeconomie in 2021 naar verwachting met 5,8 procent groeien. Mits de economische activiteit normaliseert en geholpen door beleidsondersteuning.
De risico’s op nog slechtere uitkomsten zijn echter groot. Een effectief beleid is essentieel om slechtere resultaten te voorkomen. De noodzakelijke maatregelen om het aantal besmettingen te verminderen en levens te sparen zijn een belangrijke investering in zowel de menselijke als de economische gezondheid op lange termijn.
Omdat er in specifieke sectoren onmiddellijke gevolgen zijn, zullen beleidsmakers substantiële gerichte fiscale, monetaire en financiële marktmaatregelen moeten nemen om de getroffen huishoudens en bedrijven in het binnenland te ondersteunen.
Internationaal is sterke multilaterale samenwerking essentieel om de gevolgen van de pandemie te ondervangen, onder meer om landen met financiële tekorten te helpen. Tekorten die te maken hebben met de schokken op het gebied van gezondheid en financiering en om hulp te geven aan landen met zwakke gezondheidszorgstelsels.”
Er zal een forse krimp zijn van de wereldeconomie in 2020. Het IMF schat het op 3 procent. Sommige landen kunnen erger worden getroffen, andere in mindere mate. Afhankelijk van de snelheid waarmee het Covid-19 virus wordt beteugeld, zegt het IMF, kan er aan het herstel van de economie worden gewerkt. Als die beteugeling in de tweede helft van 2020 gerealiseerd kan zijn, dan zou de economie in het daarop volgende jaar 2021 met 5,8 procent kunnen groeien. Voorwaarde is wel dat de overheden burgers en bedrijven financiele steun geven om erbovenop te komen. Ook moeten de sterkere landen de zwakkere financieel helpen om hun binnenlandse economie te herstellen en ook om de gezondheidszorg te verbeteren.
Er is al sprake van hulp via het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) van € 500 miljard aan de zwaarst getroffen landen door de corona crisis (Italie en Spanje). Deze hulp wordt gefinancierd met belastinggeld van de aangesloten landen, die een storting in de kas van het ESM moeten doen. Het is al sinds 2012 bekend dat Nederland op eerste afroep € 45 miljard moet betalen aan het ESM. Dat kan zelfs nog meer worden als andere landen in gebreke blijven. De geplande € 500 miljard is ook bedoeld om de gezondheidszorg in landen zoals Italie en Spanje te verbeteren. Deze landen hebben jarenlang veel te weinig geinvesteerd in een goede gezondheidszorg en moeten nu geholpen worden om de kwaliteit beter op peil te brengen. Ik denk echter dat veel van de € 500 miljard – als die er al komt – weer in de diepe zakken van de usual suspects gaat verdwijnen, omdat het financiele stelsel nu eenmaal zo werkt.
Wat er binnenlands gaat gebeuren om de failliete MKB bedrijven en ZZP’ers financieel te ondersteunen en om te voorkomen dat MKB en ZZP geen factor meer zijn in de economie, is nog niet bekend gemaakt. Het zou kunnen zijn dat de crisis tot gevolg heeft dat er een verdere concentratie komt van economische activiteiten bij de beursgenoteerde multinationale ondernemingen. De koersen van bijvoorbeeld de AEX en de Dow Jones gingen een maand geleden volledig onderuit, maar hebben zich in de afgelopen weken alweer voor een aanzienlijk deel hersteld.
Als het gevolg van de crisis een verdere concentratie van economische activiteiten bij de mulltinationals gaat zijn, dan is daarvan ook een groot aantal werklozen het gevolg. De meeste werkgelegenheid komt via het midden- en kleinbedrijf. Multinationale ondernemingen hebben relatief veel minder mensen nodig.
Het lijkt mij uiterst onverstandig om te wachten totdat de overheid heeft besloten hoe deze met de situatie zal omgaan. De overheid kijkt allereerst naar het begrotingstekort en naar de staatsschuld. Die mogen niet te groot worden, c.q. teveel oplopen. Als er een financiele regeling moet komen, dan zal die wellicht in de vorm gaan van een basisinkomen, maar dan net teveel om niet van dood te gaan, maar te weinig om van te kunnen leven. Dus buikriemen vast.
Wil je anders met geld omgaan? Kijk dan naar je geld als naar een stembiljet! Jij maakt uit waaraan en aan wie je het besteedt. (Guido Jonkers)
Het kan heel anders. Dan moeten we wel met elkaar gaan samenwerken. Niet alleen de ondernemers, wij allemaal. Producenten en kopers. We kunnen cooperaties opzetten, waarin we met elkaar en voor elkaar ervoor zorgen dat alles wat we nodig hebben voor ons levensonderhoud beschikbaar is voor een haalbare prijs. Ook kunnen we er met elkaar voor zorgen dat het midden- en kleinbedrijf niet gaat verdwijnen, maar juist een nieuwe kans krijgt. Er valt vanzelfsprekend nog veel meer over te zeggen, maar dat komt in de komende weken als er weer meer aandaacht voor de toekomst is. Willen we dat? Of denken we dat er van overheidswege wel voor ons wordt gezorgd en dat het allemaal wel goedkomt.
(c) Ad Broere, econoom