Ik heb jarenlang veel energie gestoken in het duidelijk maken waarom dit geldstelsel niet de mensheid dient, maar de enkelen en dat er pas ruimte gaat komen voor een menswaardiger samenleving als we onszelf bevrijden uit het concept ‘geld’. Niet zozeer geld, als wel de manier waarop er al eeuwen mee wordt omgegaan is het kernprobleem. Steeds weer hebben in het verleden mensen die daarvoor in de positie zaten, misbruik gemaakt van geld.
Vooral om daaraan macht te ontlenen. Daarom is het goed voor de mensheid als we daartoe niet meer de kans bieden. Het is een onderdeel van de grote verandering waar we voor staan, die zich op alle gebieden van de samenleving zal gaan manifesteren naarmate bewustzijnsverandering ons daartoe in staat stelt. Door de dominantie die geld en het bezit ervan heeft, is het ons ervan los maken een belangrijk onderdeel van de verandering.
In de workshop van 18 januari staat het thema verandering centraal. Je kunt je opgeven via deze link:
Een quote uit een van de vele artikelen over dit onderwerp:
‘Ook in Nederland hebben de kring rond het Huis van Oranje en de vorst zelf een uitzonderingspositie ingenomen en veel profijt daaraan ontleend. Ook zij laten het het volk opdraaien voor de rente en aflossing van de leningen die vooral voor de bescherming van hun economische belangen worden opgenomen. De Nederlandsche Bank werd door koopman-koning Willem I opgericht als privé bezit van het Huis van Oranje en werd later evenals dat met de Bank of England was gebeurd, opgewaardeerd tot centrale bank. Nu is De Nederlandsche Bank op papier in publieke handen en sinds 1998 een –zelfstandig- onderdeel van de Europese Centrale Bank, maar nog steeds oefenen de voormalige eigenaren via de Raad van Commissarissen invloed uit op het beleid van De Nederlandsche Bank. Elke wet herinnert ons Nederlanders aan de werkelijke verhoudingen: “Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.” Het gaat daarbij vooral om de kring rond het instituut ‘koning’, wat in de voorbije eeuwen vooral de adel was, werden de geldbaronnen. Zij gebruiken het instituut om de bestaande verhoudingen intact te houden.’