Vier decennia van neoliberalisme heeft een wereld opgeleverd waarin de kloof tussen arm en rijk groter is dan ooit. De acht –zichtbaar- rijksten bezitten zoveel als de helft van de wereldbevolking en vele tientallen biljoenen dollars zijn door de superrijken ondergebracht in belastingparadijzen. Geld met geld verdienen wordt gefaciliteerd, bijvoorbeeld door het schrappen van dividendbelasting, terwijl geld verdienen door werk steeds problematischer wordt.
De wereldeconomie wordt beheerst door multinationale ondernemingen en multinationale banken. E.F. Schumacher, auteur van ‘Small is Beautiful’ schreef 45 jaar geleden al over multinationale ondernemingen: “Wat het meest opvalt is dat de productie zo inefficiënt is, dat het vergelijkbaar is met het nuttig effect van een stoommachine. Door deze inefficiency wordt het milieu veel geweld aangedaan.” Schumacher legde de vinger op de zere plek.
Bedrijven zoals Apple, laten hun producten maken in China, met grondstoffen uit Afrika, bestemd voor de Europese markt. Als de milieukosten als gevolg van alle goederenbewegingen zouden worden meegerekend dan zouden de producten veel duurder worden. En als er een belasting door de multinationale ondernemingen zou worden betaald, die gelijk zou zijn aan wat het midden- en kleinbedrijf moet betalen, dan zouden de producten schier onbetaalbaar worden. Helemaal als de aandeelhouders niet willen inleveren op hun hoge claim op het resultaat van de multinationals.
Bovendien worden de producten zo gemaakt dat ze na een beperkt aantal jaren aan complete vervanging toe zijn. Ook omdat onderdelen van een bepaald model na verloop van tijd niet meer verkrijgbaar zijn. 95% van alles wat we aanschaffen belandt binnen vijf jaar op de afvalberg. De grootste verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de producent. Het is niet in hun economisch belang om de producten zo te maken dat ze langer mee gaan en dat als ze defecten krijgen, hiervoor voor lange tijd vervangende onderdelen beschikbaar zijn.
Ook worden er industrieën langer in stand gehouden dan nodig en wenselijk, omdat er grote financiële belangen mee verbonden zijn. Voorbeelden hiervan zijn de banken en de fossiele brandstoffenindustrie. Deze quote komt uit een artikel in de media uit 2008:
“Op de ‘drie harde waarheden’ voor de toekomstige energievoorziening antwoordt olieconcern Shell met twee afkortingen: Tina en Tania. Tina staat voor ’there is no alternative’ en het zusje Tania voor ‘There are no ideal answers’, zo luidt de sombere conclusie die vicepresident Jeremy Bentham van Global Business Environment van Shell International trekt tijdens zijn presentatie in Amsterdam over de energiescenario’s van Shell tot 2050.
De drie harde waarheden van Shell houden in dat de energiehonger van groeireuzen China en India leidt tot een explosieve groei in de vraag naar fossiele brandstoffen, zoals olie en gas. De industrie zal steeds meer moeite hebben om die groeiende vraag te kunnen bijbenen. Tegelijk neemt de druk op klimaat en milieu toe omdat een steeds groter deel van de wereldbevolking zijn aandeel opeist van de steeds moeilijker winbare fossiele brandstoffen. Dat terwijl er minder ‘easy oil’ wordt gevonden en gewonnen dan er verdwijnt in auto’s en kachels.”
In ‘De Bovenbazen’, geschreven door Marten Toonder, zegt A.W. Steinhacker, President van de Aard-Bank en voorzitter van de bovenste tien top vermogenden, tevens industriëlen tegen O.B. Bommel, nieuwkomer binnen dit selecte gezelschap: “Werk slijtage in de hand, want dat bevordert productie. Bevorder verveling; dat schept behoefte aan nieuwe dingen. Roei de natuur uit, want natuur is onze grootste vijand.” De consument is niet hoofdverantwoordelijk voor het bederf van het milieu. De constatering van Prof. Ball dat de ‘Club van Rome’ de vos is die de passie preekt, is daarom terecht.
Het neoliberalisme heeft enkelen veel en de meesten weinig goeds gebracht. We hoeven er niet rouwig over te zijn als hieraan een einde komt. Als we daarvoor in de plaats echter in een socialistische heilsstaat verzeild raken, zoals George Orwell beschreef in 1984, dan komen we van de regen in de drup. Als de economie in dat geval centraal en van bovenaf wordt geregeld op basis van hoeveel water, energie, grondstoffen etc. we per persoon mogen consumeren, dus dat ons leven wordt gerantsoeneerd, dan blijft er weinig over van onze individuele vrijheid.
Prof. Ball geeft in zijn artikel aan dat de milieubeweging gekaapt is door degenen die op macht en controle uit zijn. Vaclav Klaus waarschuwt voor ‘een blauwe planeet in groene boeien’ of met een donut om de enkel… Ik voel veel meer voor de schoonheid van het kleine, voor een economie die ontstaat ‘als mensen er werkelijk toe doen’, zoals Dr. E.F. Schumacher schreef in ‘Small is Beautiful’. Ik ben voor de ontwikkeling van lokale en regionale initiatieven, waardoor de mens centraal staat in de manier waarop de huishouding (oikos nomos) gezamenlijk wordt geregeld. Daar hebben we geen dominante overheid, laat staan wereldregering voor nodig. We moeten ons niet van de wijs laten brengen door de ‘probleem-reactie-oplossing’ strategie van degenen, die menen dat zij de mensheid moeten en kunnen leiden. De nieuwe economie van de 21e eeuw is er een van zelfbeschikking, onafhankelijkheid, menswaardigheid en geld in de bijrol. Hierop ga ik in mijn nieuwe boek: ‘Geld in de bijrol’ verder in.
© Ad Broere