Een van de gevolgen van de huidige manier van geldscheppen door commerciële banken is dat ze min of meer gedwongen zijn om leningen, vooral hypotheken, in pakketten te verkopen om hun balans op orde te houden. Het is een praktijk waaraan de financiële sector goed verdient, maar waarvan klanten de dupe zijn. Securitiseren wordt het in het financiële jargon genoemd.
Banken hebben relatief weinig eigen geld. Ze kunnen echter wel geld scheppen; uit het niets. Dat doen ze nadat de klant een leningcontract heeft getekend. De bewering dat banken doorgeefluiken zijn voor de geldbezitters naar degenen die geld nodig hebben, is al lang gelogenstraft. Banken lenen het geld niet uit dat spaarders hen ter beschikking stellen. Eerst komt de lening en daarna pas de dekking voor die lening door spaargeld: Lopende rekeningen van klanten, of geld dat banken op hun beurt weer lenen. Driekwart van het geld dat de Triodos Bank bijvoorbeeld tot zijn beschikking heeft, is onmiddellijk opeisbaar. Dit wil zeggen dat het vandaag door de rekeninghouder kan worden opgenomen. Daarom is het beschikbare geld van klanten niet de geschikte basis voor het uitlenen van geld voor langlopende leningen zoals hypotheken. De Triodos Bank is geen uitzondering. Alle banken dekken hun langlopende leningen grotendeels met door de klant direct opeisbaar geld.
Dit heeft instabiliteit tot gevolg, want er is geen zekerheid dat banken, waaronder ook de Triodos Bank, over een jaar nog kunnen beschikken over dezelfde hoeveelheid geld. Als klanten van de Triodos massaal genoeg zouden krijgen van de bank dan valt er een groot gat. Dit is de consequentie van de geldscheppingsmethode van banken en het is verbijsterend dat nog steeds wordt geaccepteerd dat banken zo’n ruime beloning vragen voor het uitlenen van geld uit het niets. Maar dit terzijde.
De banken zijn zich al langer bewust van deze instabiliteit en hebben daarvoor een oplossing gevonden. Die oplossing heet securitisatie. Een bewust gekozen woord, want alleen al het lezen ervan roept afstand op. Het komt erop neer dat banken de langlopende leningen, vooral hypotheken, verkopen aan een gespecialiseerde geldonderneming, met een duur woord Special Purpose Vehicle (SPV) genoemd. Deze SPV maakt van de gekochte leningen pakketten. Leningen van bedrijven en particulieren die goed zijn voor hun geld en die hoogstwaarschijnlijk de lening wel zullen terugbetalen komen in pakket ‘A’. Leningen die wat meer risico met zich meebrengen worden opgenomen in pakket ‘B’. Pakket ‘F’ is bijvoorbeeld het meest risicovol. De belegger die uit pakket ‘F’ een stukje van de lening koopt, krijgt relatief veel rente maar accepteert tegelijkertijd ook een grotere kans dat hij zijn geld kwijt is dan de belegger in pakket ‘A’, die minder rente ontvangt. De markt neemt op deze manier het risico van de banken over. Een risico dat het gevolg is van het geldscheppingsproces bij banken.
Omdat banken zich er van bewust zijn dat ze zich met securitisatie niet echt populair maken bij hun klanten, wordt het op een zo onzichtbaar mogelijke manier uitgevoerd. Klanten van de ING, Rabo, ABN-AMRO enz. weten niet of de lening die zij bij de bank hebben wel of niet is verkocht en als ze er al iets van zouden kunnen merken, dan missen ze het punt omdat de informatie ontbreekt. Banken doen geen moeite om de klant te informeren. Ja, een brief in de trant van ‘uw hypotheek wordt vanaf heden geadministreerd door … ‘ Toch heeft securitisatie wel degelijk gevolgen voor de klant. Als er problemen zijn en de klant zou willen onderhandelen met de bank, dan heeft hij niet meer te maken met de eigenaar van de lening. De nieuwe eigenaar is onzichtbaar en die heeft afspraken gemaakt met de bank die de bank moet nakomen, want op hun beurt moet de nieuwe eigenaar –de SPV- de afspraken naar de eerder genoemde beleggers nakomen. Dus naar de bezitters van stukken van de ‘A’, ‘B’ etc. leningen, die in het Engels ‘collateralized debt obligations’ genoemd. Waarmee wordt bedoeld dat die obligaties zijn gedekt door zekerheden, zoals de hypothecaire inschrijving op een woning. De bank of een administratiekantoor ontvangt de rente en aflossingen op de lening, bijvoorbeeld een hypotheek en schuift dat onder aftrek van een vergoeding door naar de SPV, die vervolgens de rente en aflossingen aan de beleggers uitbetaalt onder aftrek van een vergoeding.
Het bestaan van SPV’s is zichtbaar geworden door het faillissement van de DSB Bank. De curatoren in het faillissement schreven in de jaarverslagen van DSB ‘in faillissement’ over onder andere: ‘Monastery 2003 BV’, ‘Convent 2006 BV’ en ‘Chapel 2007 BV’. Dit bleken Special Purpose Vehicles te zijn die uiteindelijk door de DSB Bank en wellicht door Scheringa in persoon via een Stichting waren opgericht. Opvraag bij de Kamer van Koophandel leverde een gedetailleerd jaarverslag op van Chapel 2007 BV. Het jaarverslag bevestigde geheel wat over SPV’s wordt geschreven. Saillant detail is, dat deze BV’s niet meegegaan zijn in het faillissement van DSB. De klanten van DSB betalen nog steeds ‘netjes’ hun leningen af plus rente en Chapel 2007 BV cs. zorgen ervoor dat de beleggers hun geld terugkrijgen, waarschijnlijk zelfs met vrijwel volledige rentevergoeding. De gedachte dringt zich op dat het faillissement van DSB vooral is uitgesproken om de belangen van de beleggers in de DSB SPV’s te beschermen. Zo ver gaan de gevolgen van securitisatie.
Securitisatie komt voort uit het eigenbelang van banken, om zich in te dekken voor de gevolgen van de manier waarop ze geld scheppen. Juristen bekijken het fenomeen vanuit het gezichtspunt van banken. Vooral omdat de toelichting die banken geven op securitisatie wordt gehoord en niet die van de klant, want die verkeert in onwetendheid. De gevolgen voor de klant -bedrijven en particulieren- van wie de lening wordt verkocht is onvoldoende juridisch getoetst. Dat zou wel moeten worden gedaan, want de gevolgen van securitisatie zijn veel ingrijpender voor de klant dan wordt voorgedaan door banken. Het is tijd dat hieraan de nodige aandacht wordt gegeven.
© Ad Broere, econoom