Open brief aan de vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer
Per mail verstuurd d.d. 13 maart 2015
betreft: directe bankensteun met geld uit Europese steunfondsen
Geachte leden van de vaste Commissie voor Financiën,
‘Ik ben van mening dat het parlement de Nederlandse burgers een verklaring schuldig is.’
Op 10 april 2012 was het zo ver. De petitie tegen de ratificatie van het ESM verdrag werd op het adres Plein 2 Den Haag door mij aangeboden aan de voorzitter van de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer. Bij de aanbieding waren de volgende parlementsleden aanwezig:
Ch.B. Aptroot, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (VVD)
M.G.J. Harbers, Tweede Kamerlid (VVD)
E. Irrgang, Tweede Kamerlid (SP)
W. Koolmees, Tweede Kamerlid (D66)
B.A.M. Braakhuis, Tweede Kamerlid (GroenLinks)
C.J. Schouten, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
A.A.H. Hazekamp, Tweede Kamerlid (PvdD)
In mijn toelichting op de aanbieding van de petitie heb ik onder meer gezegd:
‘Het ESM wordt een permanent bailout fonds, dat financiële steunoperaties naar landen en naar banken gaat verzorgen. Gelet op de grote problemen bij zowel meerdere eurolanden als in de Europese bankensector, wordt de druk op het ESM ongetwijfeld groot en is het maar zeer de vraag of de 40 miljard bijdrage van Nederland voldoende zal blijken te zijn.’
Na de aanbieding heb ik een kort gesprek gehad met enkele van de aanwezige parlementsleden. De heren W.Koolmees en M.G.J. Harbers waren van mening dat ik het ESM verkeerd had begrepen. Er zouden beslist geen financiële steunoperaties naar banken worden uitgevoerd. Het ESM zou uitsluitend onder uiterst strikte voorwaarden aan landen financiële steun verlenen. Bovendien zou het ESM onder controle blijven staan van de parlementen van de eurolanden.
Op 24 mei 2012 werd het ESM verdrag geratificeerd door de Tweede Kamer, met 100 stemmen voor en 47 stemmen tegen. De SP en PVV stemden unaniem tegen. Daarna verdween het ESM van het politieke toneel. Van de petitie heb ik niets meer vernomen. Alleen in Duitsland was er sprake van oppositie. Het ESM verdrag werd in dat land getoetst aan de grondwet door het Constitutioneel Gerechtshof. Dit leidde tot kritische uitspraken van het Hof, maar verhinderde niet dat ook in de Bondsdag het verdrag werd geratificeerd.
Mijn verbazing was groot toen ik door de recente discussie over de financiële steun aan Griekenland het bestaan van het Hellenic Financial Stability Fund (HFSF) op het spoor kwam. Op 21 juli 2010 werd het HFSF opgericht om Griekse banken en in Griekenland opererende buitenlandse banken te herkapitaliseren en om een vangnet te vormen als deze banken in acute nood komen te verkeren.
Het HFSF is een private instelling en maakt geen onderdeel uit van het publieke domein. Verder heeft het HFSF volledige bestuurlijke autonomie en is geen verantwoording verschuldigd aan de Griekse overheid.
In 2010 werd er nog een kapitaal van maximaal 10 miljard euro voldoende geacht om de doelstelling van het HFSF te kunnen vervullen. Het aandelenkapitaal zou worden volgestort door de EU en het IMF. In plaats van 10 miljard werd er 1,5 miljard euro aandelenkapitaal gestort.
Later, in 2012, werd besloten tot een verhoging van het kapitaal tot een niveau van 50 miljard euro. Deze aanvullende kapitaalstorting is op een wel zeer bijzondere wijze tot stand gekomen. Het Europees Financieel Stabilisatie Fonds (EFSF), de voorloper van het ESM, na de oprichting van het ESM daarin opgegaan, verstrekte in 2012 twee obligatieleningen en in 2013 een derde obligatieleningen aan het HFSF. De eerste lening met een bedrag van 25 miljard euro werd op 19 april 2012 verstrekt, de tweede van 16 miljard euro op 19 december 2012 en de derde van 7,2 miljard euro op 31 mei 2013.
De Griekse overheid staat borg voor alle drie leningen, wat ongebruikelijk is omdat de Griekse staat geen invloed heeft op het bestuur van het HFSF en het HFSF een private onderneming is. Bovendien worden de obligatieleningen gerekend tot het kapitaal van het HFSF en ook dat is wonderlijk, want obligatieleningen behoren gewoonlijk tot het vreemd vermogen en niet tot het eigen vermogen.
Toen ik op 10 april 2012 de petitie aanbood was de directe steun aan banken dus al geconcretiseerd door middel van de 25 miljard euro lening, die in die maand aan het HFSF was verstrekt. De eerste tranche werd gevolgd door een tweede van 16 miljard euro in December 2012 en een derde van 7,2 miljard euro in mei 2013. In totaal werd 48,2 miljard euro uitgeleend door de Europese steunfondsen om directe bankensteun te kunnen geven, aan een private, autonome instelling.
Achteraf blijkt, dat mijn verwachting dat er via de Europese steunfondsen directe bankensteun zou worden verleend niet alleen juist te zijn, er werd al directe bankensteun gegeven toen dit door de Nederlandse parlementariërs uitgesloten werd geacht.
Ik ben van mening dat het parlement de Nederlandse burgers een verklaring schuldig is. Er zijn steunoperaties met ons belastinggeld uitgevoerd die niet aan de orde waren en ook niet zouden zijn. Verder ben ik van mening dat er onderzocht moet worden of er meer instellingen zoals het Hellenic Financial Stability Fund in andere landen zijn, die op dezelfde basis zijn opgezet en die eveneens geld uit de Europese steunfondsen hebben ontvangen.
Hoogachtend,
drs. A. Broere