een vernieuwende visie op mens, geld en waarde

De winst van Goldman Sachs en onze pensioenen

(Bewerkt op 25 oktober 2016) Er zat op 30 september € 381 miljard in de ‘pot’ bij het ABP. Hiermee is het ABP het op een na grootste pensioenfonds ter wereld. Alleen het Noorse staatspensioenfonds overtreft het ABP, maar dat komt omdat er in Nederland zo’n 130 kleine tot grotere fondsen zijn, met een totaal belegd vermogen van € 1.400 miljard. Het ABP neemt 27% van het totaal voor zijn rekening.

Mijn aandacht werd getrokken door een bericht over de winst van zakenbank Goldman Sachs. Deze winst was over drie kwartalen 2016 vergeleken met drie kwartalen 2015 met 40% toegenomen. Goldman Sachs verleent diensten aan onder andere pensioenfondsen, waaronder het ABP. Deze dienstverlening is een belangrijke pijler onder het resultaat van Goldman Sachs. De dienstverlening aan instituten zoals het ABP is dus een lucratieve zaak in 2016. Een andere grote dienstverlener is de Carlyle Groep, bekend van investeringen in onder andere oorlogstuig. Alpinvest is een dochteronderneming van Carlyle en verleent veel diensten aan het ABP. De financiële handel en wandel van de Carlyle groep is vaag. Op de site staat slechts vermeld dat er megabedragen worden geïnvesteerd over de hele wereld. Maar het gaat zeer goed met Carlyle, zo verzekeren een aantal mannen in donker pak ons in het jaaroverzicht.

In schril contrast hiermee staan de mededelingen die er over het ABP worden gedaan. De verplichtingen van het ABP zijn toegenomen van € 397 miljard begin 2016 naar € 420 miljard eind september 2016. Hoe komt dat? Niet door de toename aan pensioenverplichtingen, want die neemt juist af door de hogere pensioengerechtigde leeftijd en de daardoor kortere duur waarop er wordt uitgekeerd aan gepensioneerden. De oorzaak van de gestegen verplichtingen is doordat de toename van wat er in de pot zit bij het ABP van Klaas Knot (DNB) met slechts 0,9% mag worden vermeerderd per jaar. Het navrante is dat het ABP over de afgelopen negen maanden van 2016 een rendement heeft geboekt van 9% (op jaarbasis), dus 10 keer meer dan de rekenrente. Daardoor komt er een steeds groter verschil tussen wat er echt in de pot zit en wat erin zit volgens de rekenregels van Klaas Knot. Boze tongen beweren dat de pensioenfondsen veel minder in reserve hebben dan er in hun financiële verslagen wordt gepretendeerd. Als dat zo is, dan hebben we een potentieel schandaal dat dat van Enron zal doen verbleken. Ik ga er voorlopig maar even niet van uit en houd me aan de officiële cijfers van de pensioenfondsen, ook die van het ABP.

Maar er is meer. De mainstream media en politiek Den Haag houden hardnekkig vast aan een opvatting met betrekking tot aanvullende pensioenen die niet klopt. Men doet het voorkomen alsof aanvullende pensioenen op omslagbasis worden uitgekeerd en dat als er een theoretisch dekkingstekort is, de nu werkenden moeten opdraaien voor het pensioen van de nu gepensioneerden. Dit is een leugen. Iedereen die werkt voor een bedrijf of instelling dat bij het ABP of ander fonds is aangesloten, spaart voor zijn of haar eigen pensioen. De premies die door de pensioengerechtigde en de werkgever worden afgedragen aan bijvoorbeeld het ABP komen in een collectieve kassa terecht, waaruit dit geld wordt belegd. Dus, zolang je werkt groeit het kapitaal waaruit jouw pensioen wordt betaald door die premies. Op de premies wordt ook een rendement behaald. Volgens het ABP was dat rendement over de eerste negen maanden van 2016 9% op jaarbasis. Als je op 1 januari € 10.000 euro in de pot bij het ABP zou hebben gestort, dan is dit bedrag eind september gegroeid tot € 10.675. En niet, zoals DNB voorschrijft € 10.067. In dit simpele voorbeeld is het verschil tussen werkelijkheid en schijn al € 608.

Er zijn bij het ABP op dit moment 2,8 miljoen pensioengerechtigden. Hiervan zit 1,1 miljoen in de opbouwfase, dus door deze 1,1 miljoen wordt premie afgedragen aan het ABP. Verder zijn er 900.000 gewezen deelnemers, mensen die niet meer werken voor een bij het ABP aangesloten instelling. De premieafdracht van hen is stopgezet en ze hebben over het aantal jaren dat ze pensioen opbouwden bij het ABP recht op een uitkering. 760.000 mensen hebben een uitkering, waarvan 505.000 ouderdomspensioen. Het gemiddelde aanvullende pensioen is volgens gegevens van het CBS 600 euro per maand.

Uit ‘Statistische informatie deelnemerspopulatie van het ABP’ (2014) blijkt echter vooral bij mannen een grote afwijking van het gemiddelde aanvullende pensioen ten opzichte van het algemene gemiddelde dat door het CBS wordt aangegeven. Mannen ontvangen gemiddeld € 1.460 bruto ouderdomspensioen van het ABP per maand (beïnvloed door de deelnemers die nog een eindloonregeling hebben) en gemiddeld € 680 (…) bruto ouderdomspensioen per maand voor vrouwen, die lagere salarissen hadden en ook een korter aantal dienstjaren. In 2014 keerde ABP aan ouderdomspensioen aan mannen € 6,3 miljard uit, ouderdomspensioen vrouwen € 1,7 miljard, partnerpensioen vrouwen ook € 1,7 miljard en aan nabestaandenpensioen, partnerpensioen mannen en arbeidsongeschiktheidsverzekering totaal € 308 miljoen. Veronderstel een gemiddelde periode van 20 jaar gedurende welke pensioen wordt genoten 1)  Het kapitaal dat voor het nakomen van deze verplichtingen moet worden aangehouden zou dan € 200 miljard zijn. Daar komen de pensioenaanspraken van de actieven en de gewezen deelnemers bij. Het gekapitaliseerde bedrag van de pensioenaanspraken van deze groepen bedroeg volgens de statistische informatie van het ABP eind 2014 in totaal € 23,7 miljard. Het totaal aan reserves dat het ABP nodig heeft om aan alle verplichtingen te kunnen voldoen bedroeg eind 2014 € 224 miljard en er zat eind 2014 € 347 miljard in de reserve. Volgens deze berekening blijft er, als het ABP eind 2014 zou zijn gestopt, alles zou hebben geliquideerd en in een digitale kluis zou hebben gestopt waar niets meer bijkomt en alleen de uitkeringen af gaan, aan het einde van de rit € 123 miljard over.

DNB, politiek, pensioenfondsen, werkgevers en werknemers: Wanneer komt er een einde aan de flauwekul rond de pensioenen. Zorg er gewoon voor dat iedere pensioengerechtigde krijgt wat hij of zij heeft opgebouwd, niet meer en zeker niet minder.

© Ad Broere

1) Jongens die in 2015 zijn geboren hebben volgens het CBS een gemiddelde levensduur verwachting van 81,5 jaar en meisjes van 83,1 jaar. In de wandelgangen wordt beweerd dat de pensioenfondsen met een gemiddelde levensduur van 91 jaar willen gaan werken. Onjuist, niet integer en slechts ingegeven door de druk om de pensioenen te verlagen.

Wil je meer informatie zoals in dit artikel wordt gegeven? Wil je dat de relatie Goldman Sachs, Alpinvest en de Nederlandse pensioenfondsen verder wordt uitgezocht? Wil je precies weten hoeveel pensioenrechten er zijn gekoppeld aan de reserves van de pensioenfondsen? Wil je weten waarom de politiek zich bemoeit met zaken die hen niet aangaan? Wil je dat er een einde wordt gemaakt aan de flauwekul die door de mainstream media over pensioenen wordt verspreid? Steun dan De Vrije Media door lid te worden. Dan maak je grondige onderzoeksjournalistiek mogelijk